
Jurisprudentie
BJ5880
Datum uitspraak2009-06-18
Datum gepubliceerd2009-08-24
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
ZaaknummersHLAR 090/08
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-08-24
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGemeensch. Hof van Justitie v.d. Ned. Antillen en Aruba
ZaaknummersHLAR 090/08
Statusgepubliceerd
Indicatie
Geschil gaat over concessie die is verleend voor het aanleggen, in stand houden en exploiteren van een openbare telecommunicatie-infrastructuur t.b.v. telecommunicatie in de gehele Nederlandse Antillen. Scarletl heeft de aandelen van het bedrijf dat deze concessie had overgenomen. Tellcel betoogt dat het Gea Scarlet ten onrechte als concessiehouder heeft aangemerkt nu deze niet over een vestigingsvergunning voor Sint Maarten beschikt en daarom in dat gebied geen diensten mag aanbieden. Dat betoog faalt want zodanige vergunning kan alsnog worden aangevraagd en worden verleend.
Uitspraak
HLAR 090/08
Datum uitspraak: 18 juni 2009
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN EN ARUBA
Uitspraak op het hoger beroep van:
de naamloze vennootschap Telcell N.V., gevestigd te Sint Maarten,
appellante,
tegen de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, van 18 november 2008 in zaak nr. 2008/62 het geding tussen:
appellante
en
de minister van Verkeer en Vervoer.
1. Procesverloop
Bij beschikking van 4 april 2008, voor zover thans van belang, heeft de minister van Verkeer en Vervoer (hierna: de minister), op verzoek van de naamloze vennootschap Centennial Netherlands Antilles N.V. (hierna: Centennial) beslissend op een tussen appellante (hierna: Telcell) en haar gerezen zogenoemd interconnectiegeschil, hun de aanwijzing gegeven binnen tien dagen een aanvang te maken met onderhandelingen over interconnectie.
Bij uitspraak van 18 november 2008 heeft het Gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen, zittingsplaats Sint Maarten, (hierna: het Gerecht) het door Telcell daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard en die beschikking vernietigd, doch bepaald dat de rechtsgevolgen ervan in stand blijven.
Tegen deze uitspraak heeft Telcell bij brief, bij het Hof ingekomen op 24 december 2008, hoger beroep ingesteld. De gronden van het beroep zijn bij brief van 1 maart 2009 aangevuld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 april 2009, waar Telcell, vertegenwoordigd door mr. M. Hofman, advocaat, en de minister, vertegenwoordigd door mr. A.C. Small, advocaat, vergezeld door mr. C. Sandries, werkzaam bij het Bureau Telecommunicatie en Post, zijn verschenen. Voorts is daar de naamloze vennootschap Scarlet AACR N.V. (hierna: Scarlet AACR), vertegenwoordigd door mr. dr. D.A.A. Boersema, advocaat, gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Ingevolge artikel 32, eerste lid, van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen (hierna: de Landsverordening) kan de minister aan de houder van een concessie een schriftelijke met redenen omklede aanwijzing geven, indien deze een ingevolge deze landsverordening op hem rustende verplichting niet nakomt.
Ingevolge het tweede lid kan de minister de houder van de concessie bij het niet naleven van de aanwijzing een administratieve boete opleggen.
Ingevolge artikel 2 van het Landsbesluit geschillenbeslechting concessiehouders is de minister bevoegd geschillen tussen concessiehouders te beslechten en is de beslissing van de minister voor partijen bindend.
Ingevolge artikel 6, tweede lid, kan de minister een aanwijzing, als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Landsverordening, geven, indien hij van oordeel is dat, voor zover thans van belang, medewerking voor koppeling had moeten worden verleend.
2.2. Bij Landsbesluit van 1 februari 2002 is aan All American Cables & Radio Inc. (hierna: AACR) concessie verleend voor het aanleggen, in stand houden en exploiteren van een openbare
telecommunicatie-infrastructuur ten behoeve van de lange afstand telecommunicatie in het eilandgebied CuraƧao.
Volgens artikel 4, eerste lid, van dat landsbesluit legt de concessiehoudster binnen zes maanden na verlening van de concessie gegevens over aan de minister waaruit blijkt in welke mate en periode de verzorging van diensten in het gehele verzorgingsgebied zal plaatsvinden.
Volgens het derde lid draagt de concessiehoudster er zorg voor dat uiterlijk binnen een termijn van een jaar na verlening van de concessie een aanvang is gemaakt met het verzorgen van diensten in het verzorgingsgebied. De termijn waarin de verzorging van de diensten in het gehele verzorgingsgebied zal worden bereikt, is niet langer dan twee jaar na verlening van de concessie.
Volgens artikel 39 vervalt het landsbesluit van rechtswege, indien de concessiehoudster niet voldoet aan de bepalingen, vervat in onder meer artikel 4.
2.3 Bij Landsbesluit van 13 juni 2002 is het verzorgingsgebied van de aldus verleende concessie tot de gehele Nederlandse Antillen uitgebreid.
Bij Landsbesluit van 22 december 2004 is die concessie te naam gesteld van Centennial.
2.4. De naamloze vennootschap Scarlet N.V. heeft in 2007 de aandelen van Centennial verworven en de door deze gedreven onderneming onder de naam Scarlet AACR voortgezet.
2.5. Telcell betoogt dat het Gerecht, door haar niet te volgen in het betoog dat de minister Scarlet AACR ten onrechte als concessiehouder heeft aangemerkt en het verzoek om geschillenbeslechting ten onrechte in behandeling heeft genomen, heeft miskend dat de concessie, voor zover die niet al van rechtswege was vervallen, diende te worden ingetrokken, nu Scarlet AACR niet over een vestigingsvergunning voor Sint Maarten beschikt en zij daarom in dat gebied geen diensten aan het publiek mag aanbieden.
2.5.1. In het bij het Gerecht ingediende verweerschrift heeft de minister gesteld dat Scarlet AACR thans houder is van de concessie en die niet is vervallen of ingetrokken. Het in beroep aangevoerde heeft het Gerecht terecht geen grond gegeven voor het oordeel dat hij zich ten onrechte op dat standpunt heeft gesteld. Dat Scarlet AACR, als gesteld, niet over een vestigingsvergunning voor Sint Maarten beschikt, betekent niet dat de aanwijzing niet kon worden gegeven, reeds omdat het ontbreken van een vestigingsvergunning geen omstandigheid is die ingevolge de Landsverordening of de concessie tot verval van de concessie leidt of tot intrekking ervan noopt. Zodanige vergunning kan alsnog worden aangevraagd en verleend en aannemelijk is dat dit zal gebeuren.
Het betoog faalt.
2.6. Telcell heeft voorts geen belang bij de beroepsgrond dat het Gerecht ten onrechte niet het land Nederlandse Antillen, maar het eilandgebied Sint Maarten tot vergoeding van de bij haar opgekomen proceskosten heeft veroordeeld, omdat het voor haar niet uitmaakt, wie die kosten aan haar vergoedt.
2.7. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van het Gerecht, voor zover aangevallen, dient te worden bevestigd.
2.8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de uitspraak van het Gerecht, voor zover aangevallen.
Aldus vastgesteld door mr. H.L. Wattel, voorzitter, en mr. R.W.L. Loeb en mr. A.W.M. Bijloos, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.M. Martinez, griffier.
w.g. Wattel
Voorzitter
w.g. Martinez
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 18 juni 2009
Verzonden:
Voor eensluidend afschrift,
de griffier,
voor deze,