Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ6223

Datum uitspraak2009-08-18
Datum gepubliceerd2009-08-27
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/710131-09
Statusgepubliceerd


Indicatie

De rechtbank Almelo heeft verdachte schuldig bevonden aan meerdere gevallen van oplichting, het medeplegen van witwassen en verduistering. Verdachte is veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast dient verdachte schade te vergoeden aan door hem benadeelde partijen.


Uitspraak

RECHTBANK ALMELO Parketnummer: 08/710131-09 STRAFVONNIS Uitspraak: 18 augustus 2009 De rechtbank te Almelo, Meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen: [VERDACHTE], [GEBOORTEPLAATS], op [1973], [WOONPLAATS], thans verblijvende in de P.I. Overijssel, het huis van bewaring “De Karelskamp” te Almelo. terechtstaande -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting- ter zake dat: 1. hij in of omstreeks de periode van 08 juli 2008 tot en met 1 augustus 2008, in de gemeente Enschede, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [BENADEELDE A] en/of [BENADEELDE B] heeft bewogen tot de afgifte van een of meer hotelfaciliteit(en) en/of een of meer maaltijd(en) en/of een of meer consumptie(s)/drankje(s), in elk geval van enig(e) goed(eren), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als zijnde bonafide (hotel)gast die de (hotel)rekening(en) kon en/of wilde betalen en/of voldoende geld had om de (hotel)rekening(en) te betalen, waardoor [BENADEELDE A] en/of [BENADEELDE B] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte; 2. hij in of omstreeks de periode van 23 september 2008 tot en met 26 september 2008, te Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten geld, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten geld, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf; ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, ter zake dat hij in of omstreeks 23 september 2008 tot en met 26 september 2008 te Enschede, in elk geval in Nederland, een geldbedrag van (ongeveer) 6.350,= euro heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit geldbedrag wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; 3. hij in of omstreeks de periode van 01 juni 2008 tot en met 15 februari 2009 in de gemeente Enschede, althans (elders) in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (onder meer) de hierna te noemen rechthebbende(n) heeft bewogen tot de afgifte van de hierna te noemen geldbedrag(en), in elk geval van enig geldbedrag, te weten: - in de periode van 17 september 2008 tot en met 01 oktober 2008, [BENADEELDE 1] tot de afgifte van (ongeveer) 470,= euro (aangifte pag. 105 e.v.) en/of - in de periode van 14 juni 2008 tot en met 25 juni 2008, [BENADEELDE 2] tot de afgifte van (ongeveer) 1326,= euro (aangifte pag. 131 e.v.) en/of - in de periode van 02 oktober 2008 tot en met 18 november 2008, [BENADEELDE 3] tot de afgifte van (ongeveer) 1275,= euro (aangifte pag. 145 e.v.) en/of - in de periode van 28 oktober 2008 tot en met 12 november 2008, [BENADEELDE 4] tot afgifte van (ongeveer) 547,50 euro (aangifte pag. 161 e.v.) en/of -in de periode van 06 december 2008 tot en met 29 december 2008, [BENADEELDE 5] tot afgifte van (ongeveer) 465,= euro (aangifte pag. 170 e.v.) en/of - in de periode van 01 oktober 2008 tot en met 20 oktober 2008, [BENADEELDE 6] tot afgifte van (ongeveer) 284,= euro (aangifte pag. 205 e.v.) en/of - in de periode van 02 augustus 2008 tot en met 18 augustus 2008, [BENADEELDE 7] tot de afgifte van (ongeveer) 460,= euro (aangifte pag. 212 e.v.) en/of - in de periode van 05 januari 2009 tot en met 15 februari 2009, [BENADEELDE 8] tot de afgifte van (ongeveer) 333,50 euro (aangifte in aanvullend proces-verbaal) hebbende verdachte toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (een) advertentie(s) op het internet geplaatst (op de internetsite(s) www.marktplaats.nl en/of www.speurders.nl en/of (een) andere internetsite(s)) en/of in die advertentie(s) (een) krediet(en) aangeboden en/of gereageerd op (een) (internet)advertentie(s) inhoudende (een) verzoek(en) tot (een) kredietverstrekking(en) en/of zich voorgedaan als zijnde een kredietverstrekker te goeder trouw en/of via emailcontact overleg gevoerd over die kredietverstrekking(en) en/of aan bovengenoemde rechthebbende(n) opdracht gegeven tot afgifte van (een) (eenmalige) verzekeringspremie(s) en/of (een) borgsom(men) door middel van het overmaken naar zijn, verdachtes, bankrekening bij de SNS-bank en/of (een) transactie(s) via Western Union, althans door middel van (een) banktransactie(s), waardoor voornoemde rechthebbende(n) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte; 4. hij in of omstreeks 19 maart 2008 tot en met 24 september 2008 te Enschede opzettelijk dienstkleding (bestaande uit een bodywarmer en/of polo sweater shirt) en/of een geldbedrag van 250,= euro, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [BENADEELDE 9] en/of [BENADEELDE 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarvan verdachte de dienstkleding uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van/als marktmeester (in opleiding) en/of het geldbedrag op grond van een overeenkomst tot kredietverstrekking, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; Gezien de stukken; Gelet op het onderzoek ter terechtzitting; Gehoord de vordering van de officier van justitie; Gelet op de verdediging door en/of namens verdachte gevoerd; De rechtbank heeft de eventuele in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad. De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen- waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het als sub 1, sub 2 primair, sub 3 en sub 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij in de periode van 8 juli 2008 tot en met 1 augustus 2008, in de gemeente Enschede, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of een samenweefsel van verdichtsels, [BENADEELDE A] en [BENADEELDE B] heeft bewogen tot de afgifte van maaltijden en consumpties/drankjes, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich voorgedaan als zijnde een bonafide hotelgast die de hotelrekening kon en wilde betalen en voldoende geld had om de hotelrekening te betalen, wardoor [BENADEELDE A] en [BENADEELDE B] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte; 2 primair. hij in de periode van 23 september 2008 tot en met 26 september 2008, te Enschede, tezamen en in vereniging met anderen, geld heeft verworven, voorhanden heeft gehad en omgezet, terwijl hij wist dat dat geld - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf; 3. hij in de periode van 1 juni 2008 tot en met 15 februari 2009 in Nederland, [BENADEELDE 7]malen, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de hierna te noemen rechthebbenden heeft bewogen tot de afgifte van de hierna te noemen geldbedragen, te weten: - in de periode van 17 september 2008 tot en met 01 oktober 2008, [BENADEELDE 1] tot de afgifte van 470,= euro (aangifte pag. 105 e.v.) en/of - in de periode van 14 juni 2008 tot en met 25 juni 2008, [BENADEELDE 2] tot de afgifte van 1326,= euro (aangifte pag. 131 e.v.) en/of - in de periode van 02 oktober 2008 tot en met 18 november 2008, [BENADEELDE 3] tot de afgifte van 1275,= euro (aangifte pag. 145 e.v.) en/of - in de periode van 28 oktober 2008 tot en met 12 november 2008, [BENADEELDE 4] tot afgifte van 540,-- euro (aangifte pag. 161 e.v.) en/of -in de periode van 06 december 2008 tot en met 29 december 2008, [BENADEELDE 5] tot afgifte van 465,= euro (aangifte pag. 170 e.v.) en/of - in de periode van 01 oktober 2008 tot en met 20 oktober 2008, [BENADEELDE 6] tot afgifte van 284,= euro (aangifte pag. 205 e.v.) en/of - in de periode van 02 augustus 2008 tot en met 18 augustus 2008, [BENADEELDE 7] tot de afgifte van 460,= euro (aangifte pag. 212 e.v.) en/of - in de periode van 05 januari 2009 tot en met 15 februari 2009, [BENADEELDE 8] tot de afgifte van 333,50 euro hebbende verdachte toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid advertenties op het internet geplaatst op de internetsite www.marktplaats.nl en/of www.speurders.nl en in die advertenties krediet aangeboden en/of gereageerd op een internetadvertentie inhoudende een verzoek tot kredietverstrekking en zich voorgedaan als zijnde een kredietverstrekker te goeder trouw en via emailcontact overleg gevoerd over die kredietverstrekking en aan bovengenoemde rechthebbende opdracht gegeven tot afgifte van een eenmalige verzekeringspremie en/of borgsom door middel van het overmaken naar zijn, verdachtes, bankrekening bij de SNS-bank of een transactie via Western Union, waardoor voornoemde rechthebbenden werden bewogen tot bovenomschreven afgifte; 4. hij in de periode van 19 maart 2008 tot en met 24 september 2008 te Enschede opzettelijk dienstkleding (bestaande uit een bodywarmer en polo sweater) die toebehoorde aan [BENADEELDE 9], en die verdachte uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als marktmeester in opleiding, anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft. De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1, sub 2 primair, sub 3 en sub 4 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken. Het bewezen verklaarde levert op: wat betreft de feiten 1 en 3, telkens het misdrijf: "Oplichting", telkens meermalen gepleegd, strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht; wat betreft feit 2, het misdrijf: "Medeplegen van witwassen", strafbaar gesteld bij 420bis juncto artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht; en wat betreft feit 4, het misdrijf: "Verduistering", strafbaar gesteld bij artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht; De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid. De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, ter zake sub 1, sub 2 primair, sub 3 en sub 4 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, met toewijzing van de civiele vorderingen van [BENADEELDE A] met uitzondering van de BTW, [BENADEELDE B] met uitzondering van de BTW, [BENADEELDE 1], [BENADEELDE 3], [BENADEELDE 4], [BENADEELDE 5], [BENADEELDE 6], [BENADEELDE 7] en [BENADEELDE 9] en oplegging daarbij van de zogenaamde Terwee-maatregel. De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen: Verdachte heeft zich welbewust schuldig gemaakt aan een reeks oplichtings-activiteiten. Hij is hierbij op zeer listige wijze te werk gegaan. Naast oplichting van een tweetal hotels, waar hij zich heeft voorgedaan als bonafide gast, heeft hij goederen verduisterd en samen met anderen geld witgewassen. Voorts heeft hij zich via advertenties op het internet op zeer doortrapte wijze voorgedaan als een bonafide kredietverstrekker. Verdachte heeft zo op slinkse wijze mensen bewogen een verzekeringspremie/borgsom over te maken naar zijn bankrekening. Het toegezegde krediet is door de gedupeerden na betaling van de verzekerings- premie/borgsom nimmer ontvangen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij een zeer kwetsbare groep, namelijk mensen die vanwege hun moeilijke financiële situatie geen toegang hebben tot reguliere kredieten, heeft opgelicht. Ten nadele van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte in 2008 ook al eens voor een vermogensdelict is veroordeeld. Op deze inbreuk van de rechtsorde past een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanmerkelijke duur. Mede omdat verdachte echter bij het onderzoek naar de door hem gepleegde strafbare feiten volledige openheid van zaken heeft gegeven zal de rechtbank een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [BENADEELDE A], ter zake van sub 1, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 1.038,60, bestaande uit de volgende post: - nota hotelverblijf Naar het oordeel van de rechtbank is deze niet gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt het gevorderde bedrag van € 1.038,60 zodat de vordering toewijsbaar is. De rechtbank is anders dan de officier van justitie van oordeel dat in dit geval ook de BTW als rechtstreekse schade moet worden aangemerkt. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door sub 1 is toegebracht. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [BENADEELDE B], ter zake van sub 1, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 1.013,40, bestaande uit de volgende post: - nota hotelverblijf Naar het oordeel van de rechtbank is deze niet gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt het gevorderde bedrag van € 1.013,40 zodat de vordering toewijsbaar is. De rechtbank is anders dan de officier van justitie van oordeel dat in dit geval ook de BTW als rechtstreekse schade moet worden aangemerkt. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door sub 1 is toegebracht. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [BENADEELDE 2], ter zake van sub 3, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 1.326,-- bestaande uit de volgende post: - Verzekeringspremie voor lening Naar het oordeel van de rechtbank is deze niet gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt het gevorderde bedrag van € 1.326,-- zodat de vordering toewijsbaar is. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door sub 3 is toegebracht. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [BENADEELDE 3], ter zake van sub 3, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 1.250,--, bestaande uit de volgende post: - Premie/borg voor lening Naar het oordeel van de rechtbank is deze niet gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt het gevorderde bedrag van € 1.250,-- zodat de vordering toewijsbaar is. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door sub 3 is toegebracht. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [BENADEELDE 4], ter zake van sub 3, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 540,--, bestaande uit de volgende post: - Premie/borg voor lening Naar het oordeel van de rechtbank is deze niet gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt het gevorderde bedrag van € 540,-- zodat de vordering toewijsbaar is. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door sub 3 is toegebracht. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [BENADEELDE 5], ter zake van sub 3, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 2.520,--, bestaande uit de volgende posten: - Borg/premie voor lening - Reiskosten Naar het oordeel van de rechtbank is deze niet gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij ten dele gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt minder dan het gevorderde bedrag, namelijk € 465,-- voor feit 3, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door sub 3 is toegebracht. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [BENADEELDE 6], ter zake van sub 3, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 284,--, bestaande uit de volgende posten: - Borg/premie voor lening à € 134,-- - Borg/premie voor lening à € 150,-- Naar het oordeel van de rechtbank is deze niet gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt het gevorderde € 284,-- zodat de vordering toewijsbaar is. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het bedrag van Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door sub 3 is toegebracht. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [BENADEELDE 7], ter zake van sub 3, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 460,--, bestaande uit de volgende posten: - Borg/premie voor lening Naar het oordeel van de rechtbank is deze niet gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt het gevorderde bedrag van € 460,-- zodat de vordering toewijsbaar is. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door sub 3 is toegebracht. Civiele vordering De rechtbank overweegt verder, dat [BENADEELDE 9] ter zake van sub 4, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van € 305,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment dat het strafbare feit is gepleegd, bestaande uit de volgende posten: - Borg/premie voor lening € 250,-- - Rekening bedrijfskleding (2 stuks) € 55,-- Naar het oordeel van de rechtbank is deze niet gemotiveerd door verdachte betwiste, vordering van de benadeelde partij ten dele gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht. De schade bedraagt minder dan het gevorderde bedrag, namelijk € 55,-- voor de kleding, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment dat het strafbare feit is gepleegd, met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering. De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door sub 4 is toegebracht. De na te melden straf en maatregelen zijn gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 27, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht. R E C H T D O E N D E: Verklaart bewezen, dat het onder sub 1, sub 2 primair, sub 3 en sub 4 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan. Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld. Verklaart verdachte strafbaar. Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van 12 (twaalf) maanden. Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot 4 (vier) maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt. Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Veroordeelt verdachte ter zake van het bewezen sub 1 tot betaling aan de benadeelde partijen, van na te melden bedragen: [BENADEELDE A] € 1.038,60 [BENADEELDE B] € 1.013,40 Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake het bewezen verklaarde sub 1 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 1.038,60 ten behoeve van [BENADEELDE A], voornoemd, met bevel voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 20 dagen Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake het bewezen verklaarde sub 1 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 1.013,40 ten behoeve van [BENADEELDE B], voornoemd, met bevel voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 20 dagen Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Veroordeelt verdachte ter zake van het bewezen sub 3 tot betaling aan de benadeelde partijen, van na te melden bedragen: [BENADEELDE 2] € 1.326,-- [BENADEELDE 3] € 1.250,-- [BENADEELDE 4] € 540,-- [BENADEELDE 5] € 465,-- [BENADEELDE 6] € 284,-- [BENADEELDE 7] € 460,-- Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake het bewezen verklaarde sub 3 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 1.326,-- ten behoeve van [BENADEELDE 1], voornoemd, met bevel voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 26 dagen. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake het bewezen verklaarde sub 3 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 1.250,-- ten behoeve van [BENADEELDE 3], voornoemd, met bevel voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 25 dagen. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake het bewezen verklaarde sub 3 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 540,-- ten behoeve van [BENADEELDE 4], voornoemd, met bevel voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 10 dagen. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake het bewezen verklaarde sub 3 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 465,-- ten behoeve van [BENADEELDE 5], voornoemd, met bevel voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 9 dagen. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake het bewezen verklaarde sub 3 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 284,-- ten behoeve van [BENADEELDE 6], voornoemd, met bevel voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 5 dagen. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake het bewezen verklaarde sub 3 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 460,-- ten behoeve van [BENADEELDE 7], voornoemd, met bevel voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 9 dagen. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Veroordeelt verdachte ter zake van het bewezen feit 4 tot betaling aan de [BENADEELDE 9] van een bedrag van € 55,-- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment dat het strafbare feit is gepleegd Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake het bewezen verklaarde sub 4 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot € 55,-- ten behoeve van [BENADEELDE 9], voornoemd, met bevel voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 1 dag. Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen. Bepaalt dat de [BENADEELDE 5] en [BENADEELDE 9]-voor het overige deel niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen en dat de benadeelde partijen deze vorderingen voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen. Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de voornoemde benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering. Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder sub 1, sub 2 primair, sub 3 en sub 4 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij; Heft op het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis, met ingang van de datum waarop de opgelegde straf gelijk is aan de in voorarrest doorgebrachte tijd. Aldus gewezen door mr. Wentink, voorzitter, mr. Stoové en mr. Bückmann-Timmer rechters, in tegenwoordigheid van mr. Krooshof, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 18 augustus 2009.