Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ6763

Datum uitspraak2008-09-17
Datum gepubliceerd2009-09-03
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers256236 \ CV EXPL 08-212 \RvK
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Tussenvonnis. Geen ingebrekestelling noodzakelijk bij gevolgschade. Partijen hebben met elkaar gecontracteerd. Mocht er sprake zijn van schade, dan is betaling terecht opgeschort. Beijwsopdracht.


Uitspraak

RECHTBANK ALKMAAR Sector Kanton Locatie Alkmaar Zaaknr/rolnr.: 256236 CV EXPL 08-212 RvK Uitspraakdatum: 17 september 2008 Vonnis in de zaak van: de besloten vennootschap Schoonmaakbedrijf Olympic B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam eisende partij verder ook te noemen: Olympic gemachtigde: mr. J.M. Wintjes rolgemachtigde: H.J. Jansen, gerechtsdeurwaarder te Purmerend tegen de besloten vennootschap Teerenstra Bouw B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Heiloo gedaagde partij verder ook te noemen: Teerenstra gemachtigde: mr. M.J. Schaepman-de Bruijne rolgemachtigde: Van der Meer & Philipsen Gerechtsdeurwaarders. Het procesverloop Dit verloop blijkt uit: - de dagvaarding d.d. 20 december 2007 met producties; - de conclusie van antwoord/eis in reconventie met producties; - de conclusie van repliek in conventie/antwoord in reconventie met producties; - de conclusie van dupliek in conventie/repliek in reconventie; - conclusie van dupliek in reconventie. - De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast. - Ten slotte is de uitspraak bepaald op heden. De vaststaande feiten In conventie en in reconventie 1. Olympic heeft in opdracht en voor rekening van Teerenstra reinigingswerkzaamheden verricht in het kader van de oplevering van diverse bouwprojecten door Teerenstra. Het geschil In conventie en in reconventie 2. Olympic vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Teerenstra tot betaling van een bedrag ad € 3.152,89, rente en kosten rechtens. 3. Olympic stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende. Teerenstra heeft ondanks aanmaningen de haar toegezonden facturen met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve van de projecten ‘Bijlmerdreef’ en ‘Meer en Oever’, voor een bedrag van € 2.672,06 niet voldaan. Gelet op de non-betaling heeft Olympic de vordering uit handen gegeven aan haar incassogemachtigde en maakt zij tevens aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 450,- en de wettelijke rente ad € 30,83, berekend tot 20 december 2007. 4. Teerenstra concludeert tot afwijzing van de vordering van Olympic en voert hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende aan. Olympic heeft aan de ruiten van 119 woningen in Haarlem (project Schoolenaer) in opdracht van Teerenstra reinigingswerkzaamheden verricht. Na die reinigingswerkzaamheden bleken er vele krassen en beschadigingen op de ruiten te zitten. Teerenstra heeft Olympic daarvan al op 18 april 2006 op de hoogte gesteld. Olympic heeft erkend dat de krassen en beschadigingen zijn ontstaan doordat de schoonmakers van Olympic de mesjes die zij bij het schoonmaken van de ruiten gebruikten, te weinig hebben vernieuwd en zij die mesjes bovendien verkeerd gebruikten. Er is met Olympic afgesproken dat de beschadigingen op kosten van Olympic door een derde zouden worden hersteld. Teerenstra begroot de schade op € 40.603,85. Nu Teerenstra geen betaling ontving heeft zij Olympic op 11 mei 2007 formeel aansprakelijk gesteld en betaling van onderhavige facturen opgeschort. 5. Omdat Olympic een vordering op Teerenstra heeft van € 2.672,06 inclusief BTW, houdt dat in, dat Teerenstra – in reconventie - per saldo van Olympic te vorderen heeft een bedrag van € 40.603,85 - € 2.672,06 = € 37.931,79 (inclusief BTW) te vermeerderen met de wettelijke rente daarover, sedert de datum van de conclusie van eis in reconventie. 6. Olympic heeft zich tegen het verweer van Teerenstra dat schade is ontstaan en dat Olympic deze zou vergoeden, alsmede de reconventionele vordering, verweerd. Primair stelt Olympic zich op het standpunt dat niet rechtsgeldig is geconcludeerd voor antwoord/eis in reconventie door Teerenstra omdat haar conclusie niet ondertekend is. Derhalve dient een verstekvonnis te worden gewezen. 7. Subsidiair stelt Olympic dat er bij de werkzaamheden aan het project Schoolenaer slechts aan één raam schade is ontstaan, welke schade inmiddels is vergoed. Olympic heeft de reinigingswerkzaamheden verder op correcte wijze – zonder op de ruiten krassen en beschadigingen achter te laten - uitgevoerd. Daarbij komt dat voor aanvang van de reinigingswerkzaamheden het glas in zeer slechte staat was; geregeld zat het cement zelfs op de ramen. Het was dus noch voor Teerenstra dan wel Olympic te controleren of het glas wel krasvrij was. Deze omstandigheid hoort niet voor rekening van Olympic te komen. 8. Olympic heeft voorts het verweer gevoerd dat Teerenstra nooit, althans niet binnen gerede tijd, geklaagd heeft over de vermeende schade; integendeel Teerenstra heeft vele werkbonnen voor akkoord ondertekend. Pas op de laatste werkbon van 11 mei 2007 staat een aansprakelijkstelling van Teerenstra. De facturen met betrekking tot het project Schoolenaer zijn bovendien allemaal zonder protest voldaan. Er is ook nooit afgesproken dat Olympic de schade zou vergoeden. Olympic is nimmer in gebreke gesteld en in de gelegenheid gesteld om de vermeende schade te herstellen, zodat zij niet in verzuim is. 9. Daarnaast voert Olympic aan dat de onderhavige facturen betrekking hebben op geheel andere (latere) projecten en niet op het project Schoolenaer te Haarlem, zodat Teerenstra niet tot opschorting van de betaling mocht overgaan. De beoordeling In conventie en in reconventie 10. Omtrent het standpunt van Olympic dat een verstekvonnis gewezen dient te worden, overweegt de kantonrechter het volgende. Olympic wijst er terecht op dat, ingevolge artikel 83 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv), akten en conclusies door (de gemachtigde van) een partij ondertekend dienen te worden. Echter, nu Teerenstra bij conclusie van dupliek verzoekt om al hetgeen zij bij conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie als herhaald en ingelast te beschouwen, en daar ook naar verwijst, is de kantonrechter van oordeel dat het gebrek in de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie gedekt is. 11. Voor het overige is in het onderhavige geschil het volgende van belang. Volgens Teerenstra is bij het verrichten van de reinigingswerkzaamheden aan het project Schoolenaer schade ontstaan. Indien dit komt vast te staan, overweegt de kantonrechter dat de stelling van Olympic dat zij niet in gebreke is gesteld en dat zij geen redelijke termijn tot nakoming heeft gekregen geen doel treft, omdat in geval van gevolgschade, een ingebrekestelling niet vereist is. In dat geval treedt het verzuim in wanneer de schade niet terstond wordt vergoed. In ieder geval staat wel vast, dat partijen meerdere malen met elkaar in de hoedanigheid van opdrachtnemer en opdrachtgever hebben gecontracteerd. Mocht er sprake zijn van schade, dan is Teerenstra op grond daarvan bevoegd haar betaling op te schorten. Gelet echter op de gemotiveerde betwisting door Olympic van de schade en de hoogte daarvan, wordt Teerenstra ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv toegelaten worden tot het leveren van bewijs van haar stelling dat er schade is ontstaan en van de omvang daarvan. Tevens wordt zij toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat partijen zijn overeengekomen dat Olympic de schade zou vergoeden. De beslissing In conventie en in reconventie De kantonrechter: Laat Teerenstra toe te bewijzen feiten en omstandigheden waaruit volgt dat Olympic bij het uitvoeren van de reinigingswerkzaamheden schade heeft veroorzaakt aan de ruiten alsmede tot het bewijs van de omvang van de schade die Teerenstra uit dezen hoofde heeft geleden. Tevens wordt Teerenstra toegelaten tot het bewijs van haar stelling dat partijen zijn overeengekomen dat Olympic de schade die Teerenstra als gevolg van de reinigingswerkzaamheden heeft geleden zou vergoeden. Bepaalt, dat Teerenstra daartoe vóór of uiterlijk op de openbare civiele terechtzitting (rolzitting) van 1 oktober 2008 te 10.30 uur kan mededelen of van die bewijsopdracht gebruik wordt gemaakt. Wanneer zij daarvoor getuigen wil doen horen, moeten op deze rolzitting tevens het aantal en de personalia van de getuigen worden opgegeven, alsmede de verhinderdata van beide partijen, de gemachtigden en - voor zover mogelijk - van de getuigen. Daarna zal een tijdstip voor het verhoor worden vastgesteld. Uitstel wordt in beginsel niet verleend. Bij gebreke van tijdig bericht van Teerenstra wordt er van uitgegaan dat zij geen gebruik wenst te maken van de gelegenheid tot bewijslevering. Houdt iedere verdere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. van den Berg, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 17 september 2008 in het openbaar uitgesproken. De griffier De kantonrechter