Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ7018

Datum uitspraak2009-09-04
Datum gepubliceerd2009-09-07
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-000666-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte is ter zake van rijden onder invloed en het rijden terwijl zijn rijbewijs door het Centraal Bureau Rijvaardigheden ongeldig was verklaard, veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf voor de duur van tachtig uren, subsidiair 40 dagen hechtenis.


Uitspraak

Parketnummer: 24-000666-08 Parketnummer eerste aanleg: 19-622306-07 Arrest van 4 september 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 25 februari 2008 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1953] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. K. Kok, advocaat te Zwolle. Het vonnis waarvan beroep De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de aan verdachte onder 1. en 2. tenlastegelegde feiten bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstaf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland zal stellen en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling, ook als die inhouden dat verdachte een ambulante behandeling bij Tactus verslavingszorg dient te ondergaan en verdachte actief dient deel te nemen aan een leefstijltraining. De advocaat-generaal heeft tevens oplegging van een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis gevorderd. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. verdachte op of omstreeks 21 december 2007, in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een voertuig (een motorrijtuig), dit heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 845 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, in ieder geval hoger bleek te zijn dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht; 2. verdachte op of omstreeks 21 december 2007, in de gemeente [gemeente] terwijl verdachte wist dat een op verdachtes naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, als bedoeld in artikel 15, lid 1 van het Reglement rijbewijzen, te weten de daarin onder de letter(s) a, b, c, d en/of e vermelde categorie(ën), ongeldig was verklaard en aan verdachte daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorie(ën) was afgegeven, op de weg, [straat] als bestuurder een motorrijtuig van die categorie of categorieën heeft bestuurd. Bewezenverklaring 1. verdachte op 21 december 2007 in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een voertuig, een motorrijtuig, dit heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van verdachtes adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 845 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn; 2. verdachte op 21 december 2007 in de gemeente [gemeente] terwijl verdachte wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, als bedoeld in artikel 15, lid 1 van het Reglement rijbewijzen, te weten de daarin onder de letter(s) a, b, c, d en/of e vermelde categorie(ën), ongeldig was verklaard en aan verdachte daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorie(ën) was afgegeven, op de weg, [straat] als bestuurder een motorrijtuig van die categorie of categorieën heeft bestuurd. Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. en 2. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven: 1. overtreding van artikel 8, tweede lid, onder a van de Wegenverkeerswet 1994 2. overtreding van artikel 9, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft op 21 december 2007 een auto bestuurd, terwijl hij onder invloed was van alcohol. Blijkens de uitslag van de door verdachte ondergane ademanalyse was zijn ademalcoholgehalte 845 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht. Verdachte heeft hiermee de verkeersveiligheid ernstig in gevaar gebracht. Verdachte bestuurde de auto terwijl hij tevens op de hoogte was van het feit dat zijn rijbewijs door het Centraal Bureau Rijvaardigheid ongeldig was verklaard. Uit het verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie, d.d. 25 mei 2009, blijkt dat verdachte veelvuldig is veroordeeld wegens soortgelijke feiten. Het lijkt er naar het oordeel van het hof derhalve op dat verdachte zich niet veel lijkt aan te trekken van de aan hem opgelegde straffen en maatregelen. Op grond van het vorenstaande zou een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals in eerste aanleg opgelegd, een passende sanctie zijn. Het hof ziet echter in de persoonlijke omstandigheden van verdachte reden een andere straf op te leggen. Uit het reclasseringsadvies van Tactus Verslavingszorg, d.d. 8 juni 2009, blijkt dat verdachte gemotiveerd is zijn alcoholprobleem aan te pakken. Ter zitting van het hof heeft verdachte dit bevestigd en heeft hij zich tevens bereid verklaard mee te werken aan het reclasseringstoezicht met de voorwaarden zoals door Tactus Verslavingszorg geadviseerd. Nu verdachte na jarenlang alcoholmisbruik lijkt in te zien hulp nodig te hebben, is het hof van oordeel dat verdachte deze kans moet krijgen. Het hof acht daarom de door de advocaat-generaal gevorderde straf passend. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 9 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte onder 1. en 2. ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee maanden; beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd; stelt als bijzondere voorwaarde: dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling, ook als die inhouden dat verdachte een ambulante behandeling bij Tactus verslavingszorg ondergaat en verdachte actief dient deel te nemen aan een leefstijltraining; draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen; bepaalt dat dit toezicht door genoemde instelling reeds tijdens de proeftijd kan worden beëindigd; veroordeelt verdachte tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van tachtig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van veertig dagen zal worden toegepast. Dit arrest is aldus gewezen door mr. O. Anjewierden, voorzitter, mr. J. Hielkema en mr. H. Kalsbeek, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Kalsbeek voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.