Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ7135

Datum uitspraak2009-09-08
Datum gepubliceerd2009-09-08
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers24-001462-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte heeft zich tezamen met een ander schuldig gemaakt aan een tweetal straatroven, alsmede twee pogingen daartoe. In elk van de vier gevallen werd daarbij geweld en/of bedreiging met geweld, in verschillende gradaties, gebruikt.
Eén slachtoffer werd met een mes in de rug gestoken ten gevolge waarvan een long werd geperforeerd. In een ander geval betrof het slachtoffer een vrouw van 80 jaar. Verdachte heeft berekenend en met volledige veronachtzaming van de integriteit van zijn slachtoffers financieel gewin nagejaagd. In eerste aanleg werd, naast gevangenisstraf, een terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep een zelfde afdoening gevorderd. Het hof is evenwel van oordeel dat de conclusies van de beide, ook ter zitting van het hof gehoorde deskundigen oplegging van een dergelijke maatregel niet kunnen dragen.
Veroordeling tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren.


Uitspraak

Parketnummer: 24-001462-08 Parketnummer eerste aanleg: 17-880431-07 Arrest van 8 september 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 29 mei 2008 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1985] te [geboorteplaats], thans verblijvende in HvB Ooyerhoekseweg te Zutphen, verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.R. Roethof, advocaat te Arnhem. Het vonnis waarvan beroep De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een gevangenisstraf, hem daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd, beslissingen genomen op de vorderingen van de benadeelde partijen en de maatregel van schadevergoeding opgelegd, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte voor het onder 1, 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren en daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging zal opleggen. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] zal toewijzen tot het gevorderde bedrag van € 1.900,- en die van de benadeelde partij [benadeelde 2] tot het gevorderde bedrag van € 1.174,03, in hoofdelijkheid met zijn mededader en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen. Tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat: 1. hij op of omstreeks 18 oktober 2007 te [plaats] (op de openbare weg te weten aan/nabij de [straatnaam]) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (met daarin een geldbedrag en/of een aantal pasjes) en/of een linnen tasje (met muziekstukken en/of een muziekstandaard), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) die [benadeelde 1] die op de fiets zat heeft/hebben tegengehouden en/of met kracht tegen de brugleuning heeft/hebben geduwd waarbij die [benadeelde 1] klem kwam te zitten tussen de brug en zijn fiets en/of die [benadeelde 1] meermalen met kracht in het gezicht heeft/hebben geslagen en/of tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd "We moeten geld hebben", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of die [benadeelde 1] met een mes in de rug heeft/hebben gestoken en/of met een mes stekende bewegingen heeft/hebben gemaakt in de richting van die [benadeelde 1] en/of tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd "Voel je al wat en/of we maken je af" en/of vervolgens heeft/hebben getracht die [benadeelde 1] over de leuning van de brug te duwen, welk feit voor die [benadeelde 1] zwaar lichamelijk letsel (te weten een klaplong) ten gevolge heeft gehad; 2. hij op of omstreeks 18 oktober 2007 te [plaats] (op de openbare weg te weten [straatnaam]) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een gsm en/of een pakje sigaretten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of verdachtes mededader een mes op de keel van die [benadeelde 2] heeft/hebben gezet en/of (met kracht) tegen de muur heeft/hebben gedrukt en/of tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd is dit alles, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of hij op of omstreeks 18 oktober 2007 te [plaats] (op de openbare weg te weten [straatnaam]), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 2] heeft gedwongen tot de afgifte van € 10,-, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of verdachtes mededader een mes op de keel van die [benadeelde 2] heeft/hebben gezet en/of (met kracht) tegen de muur gedrukt en/of tegen die [benadeelde 2] heeft/hebben gezegd is dit alles, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking; 3. hij op of omstreeks 18 oktober 2007 te [plaats] (op de openbare weg te weten de [straatnaam]) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), die [slachtoffer 1] heeft/hebben klem gereden met de fiets en/of tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd "Geld, geld verdomme en vlug een beetje" en/of die [slachtoffer 1] bij een arm heeft/hebben vast gepakt en/of de jaszakken en/of de fietstassen van die [slachtoffer 1] heeft/hebben doorzocht, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid; subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte hij op of omstreeks 18 oktober 2007 te [plaats] (op de openbare weg, te weten de [straatnaam]), ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, die [slachtoffer 1] heeft/hebben klem gereden met de fiets en/of tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben gezegd "Geld, geld verdomme en vlug een beetje" en/of die [slachtoffer 1] bij een arm heeft/hebben vastgepakt en/of de jaszakken en/of de fietstassen van die [slachtoffer 1] heeft/hebben doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 4. hij op of omstreeks 18 oktober 2007 te [plaats] (op de openbare weg te weten de [straatnaam]), ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, naar die [slachtoffer 2] is/zijn toe gefietst en/of tegen die [slachtoffer 2] is/zijn aangebotst en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben klem gezet en/of tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben gezegd dat hij zou worden overvallen en/of dat hij moest stoppen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. Bewezenverklaring Het hof acht bewezen dat: 1. hij op 18 oktober 2007 te [plaats], op de openbare weg, te weten aan de [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (met daarin een geldbedrag en een aantal pasjes) en een linnen tasje (met muziekstukken en een muziekstandaard), toebehorende aan [benadeelde 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en verdachtes mededader die [benadeelde 1], die op de fiets zat, hebben tegengehouden en met kracht tegen de brugleuning hebben geduwd, waarbij die [benadeelde 1] klem kwam te zitten tussen de brug en zijn fiets en die [benadeelde 1] meermalen met kracht in het gezicht hebben geslagen en tegen die [benadeelde 1] hebben gezegd "We moeten geld hebben", en die [benadeelde 1] met een mes in de rug hebben gestoken en tegen die [benadeelde 1] hebben gezegd "Voel je al wat" en "we maken je af" en vervolgens hebben getracht die [benadeelde 1] over de leuning van de brug te duwen, welk feit voor die [benadeelde 1] zwaar lichamelijk letsel (te weten een klaplong) ten gevolge heeft gehad; 2. hij op 18 oktober 2007 te [plaats], op de openbare weg, te weten [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een gsm en een pakje sigaretten, toebehorende aan [benadeelde 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte en verdachtes mededader een mes op de keel van die [benadeelde 2] hebben gezet en met kracht tegen de muur hebben gedrukt en tegen die [benadeelde 2] hebben gezegd is dit alles, en hij op 18 oktober 2007 te [plaats], op de openbare weg, te weten [straatnaam], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [benadeelde 2] heeft gedwongen tot de afgifte van € 10,-, welk geweld hierin bestond dat verdachte en verdachtes mededader een mes op de keel van die [benadeelde 2] hebben gezet en met kracht tegen de muur gedrukt en tegen die [benadeelde 2] hebben gezegd is dit alles; 3. hij op 18 oktober 2007 te [plaats], op de openbare weg, te weten de [straatnaam], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van geld, toebehorende aan [slachtoffer 1], die [slachtoffer 1] hebben klem gereden met de fiets en tegen die [slachtoffer 1] hebben gezegd "Geld, geld verdomme en vlug een beetje" en die [slachtoffer 1] bij een arm hebben vastgepakt en de jaszakken en de fietstassen van die [slachtoffer 1] hebben doorzocht, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid; 4. hij op 18 oktober 2007 te [plaats], op de openbare weg, te weten de [straatnaam], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, toebehorende aan [slachtoffer 2] en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, met zijn mededader naar die [slachtoffer 2] is toegefietst en tegen die [slachtoffer 2] is aangebotst en die [slachtoffer 2] heeft klemgezet en tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij zou worden overvallen en dat hij moest stoppen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid. Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3 primair en 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven: 1. diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen; 2. diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, en afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen; 3. primair poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen; 4. poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen. Strafbaarheid Met betrekking tot de strafbaarheid van verdachte heeft het hof gelet op de rapportage van 2 april 2008 van E. Reinink, GZ-psycholoog, en de rapportage van 3 april 2008 van L.M.A.E. Vanvuchelen, psychiater. De psychologische rapportage houdt onder meer in dat er bij betrokkene geen sprake is van een ziekelijke stoornis der geestvermogens. Ook waren er ten tijde van het onderzoek onvoldoende gronden om te spreken van een persoonlijkheidsstoornis. Wel zijn er bij betrokkene antisociale en narcistische persoonlijkheidstrekken aanwezig, is zijn geweten gebrekkig ontwikkeld en is er sprake van alcohol- en drugsmisbruik. Deze factoren maken dat betrokkene tamelijk gemakkelijk overgaat tot criminaliteit. De psycholoog acht betrokkene enigszins verminderd toerekenings- vatbaar voor het hem ten laste gelegde. Uit de psychiatrische rapportage komt onder meer naar voren dat er bij betrokkene sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De gebrekkige ontwikkeling komt tot uiting in met name antisociale trekken, een beperkte gewetensfunctie en enige narcistische trekken. Betrokkene staat wantrouwend in de maatschappij en heeft een verstoorde agressieregulatie. Verder is er sprake van een ziekelijke stoornis in de zin van jarenlang dagelijks alcohol- en softdrugsgebruik. Betrokkene was ten tijde van de hem ten laste gelegde feiten, indien bewezen, enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Het hof verenigt zich met voormelde - ten aanzien van de mate van toerekeningsvatbaarheid eensluidende - conclusies, en maakt die tot de zijne. Het hiervoor bewezen verklaarde zal derhalve aan verdachte worden toegerekend, zij het in enigszins verminderde mate. Strafuitsluitingsgronden worden overigens niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft de in hoger beroep opgelegde straf bepaald op grond van de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte. Verdachte heeft zich, tezamen met zijn medeverdachte (hierna te noemen: [medeverdachte]), schuldig gemaakt aan een tweetal straatroven, alsmede twee pogingen daartoe. In elk van de vier gevallen werd daarbij geweld en/of bedreiging daarmee, in verschillende gradaties, gebruikt. Uit het dossier komt naar voren dat verdachte en [medeverdachte] op 18 oktober 2007, na enig alcohol- en softdrugsgebruik, het plan hebben opgevat om "aan geld te komen". Verdachte heeft verklaard dat zij hebben gewacht op het invallen van de duisternis, donkere onopvallende kleding hebben aangetrokken, met muts/pet en capuchon, en zich elk voorzien hebben van een mes uit de keuken van [medeverdachte]. Zij zijn welbewust naar een stille en donkere locatie gefietst. Het eerste slachtoffer van die avond werd door hen klemgezet tegen een brugleuning. Toen de man weerstand bood, heeft verdachte zijn mes te voorschijn gehaald en hem in de rug gestoken, terwijl [medeverdachte] het slachtoffer fouilleerde en van zijn eigendommen beroofde. Voorts hebben beiden getracht hem over de brugleuning te gooien. Naar later bleek werd een long van het slachtoffer geperforeerd als gevolg van de messteek/-steken. Verdachte en [medeverdachte] benaderden hun tweede slachtoffer met de vraag om een sigaret. Toen deze hen daarin ter wille was, hebben zij hem de doorgang belemmerd en hem een bedrag van € 10,- afgeperst. Daarna hebben zij de zakken van de man doorzocht, waarbij uit zijn jaszak een gsm en het pakje sigaretten zijn weggenomen. [medeverdachte] heeft daarbij een mes op de keel van het slachtoffer gezet. Vervolgens hebben verdachte en [medeverdachte] een 80-jarige, fietsende vrouw klemgereden, haar beetgepakt, gesommeerd haar geld af te geven en daartoe haar jaszakken en fietstassen doorzocht. Ze bleek geen geld bij zich te hebben. Ten slotte hebben verdachte en [medeverdachte] een voetganger klemgezet met hun fiets, met de mededeling dat zij de man zouden gaan overvallen. De betreffende voetganger wist te ontkomen. Het hof rekent verdachte zwaar aan dat hij berekenend en met volledige veronachtzaming van de integriteit van zijn slachtoffers financieel gewin heeft nagejaagd. Voor de slachtoffers is een dergelijke ervaring op het moment zelf vreesaanjagend en - doorgaans - gedurende een langere periode nadien traumatisch. Uit de aangiften en de toelichting op de vorderingen van de benadeelde partijen blijkt dat de slachtoffers van het onder 1 en 2 ten laste gelegde daadwerkelijk doodsangst hebben gevoeld tijdens de confrontatie met verdachte en [medeverdachte]. Op de langere duur heeft deze ervaring voor alle slachtoffers straatvrees, onzekerheid, slapeloosheid, de neiging om voortdurend achterom te kijken en/of verlies van vertrouwen in medemensen veroorzaakt. Bezien in een bredere context doen dergelijke incidenten tevens de gevoelens van onveiligheid toenemen bij een ieder die zich in de openbare ruimte begeeft. Het hof heeft voorts gelet op het de verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 6 augustus 2009, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor gewelds- en vermogensdelicten. Daarnaast zal rekening worden gehouden met de - door het hof overgenomen - conclusie dat het bewezen verklaarde aan verdachte in enigszins verminderde mate kan worden toegerekend. Aan verdachte is door de rechtbank, naast gevangenisstraf, de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd. In hoger beroep is door de advocaat-generaal een gelijkluidende afdoening gevorderd. De raadsman heeft geopteerd voor een terbeschikkingstelling met voorwaarden, naast een gevangenisstraf van een zodanige duur dat oplegging van een dergelijke maatregel in voorwaardelijke vorm wettelijk is toegestaan. Met betrekking tot de in eerste aanleg opgelegde en in hoger beroep gevorderde maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging stelt het hof vast dat deze maatregel niet is geadviseerd door de beide hiervoor aangehaalde gedragsdeskundigen. Het hof is van oordeel dat de conclusies van de beide deskundigen oplegging van een dergelijke maatregel ook overigens niet kunnen dragen. Dit oordeel vindt steun in de verklaringen, die de eerder genoemde deskundigen ter terechtzitting van het hof van 17 februari 2009 respectievelijk 25 augustus 2009 hebben afgelegd en geldt derhalve in (nagenoeg) gelijke mate voor oplegging van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Het hof stelt in dat kader voorts vast dat de inspanningen van de reclassering om een nadere invulling te geven aan een terbeschikkingstelling met voorwaarden - waartoe het hof de behandeling ter terechtzitting meermalen heeft geschorst - tot op heden niet tot resultaat hebben geleid. Om redenen van diverse aard is verdachte niet geschikt bevonden voor opname in een tweetal voor een dergelijke modaliteit geëigende instituten. Dat verdachte op 1 september 2009 een intakegesprek bij de Forensisch Psychiatrische Kliniek in Assen heeft, doet niet af aan het oordeel van het hof dat afdoening van de onderhavige strafzaak thans geboden is, daarbij tevens gelet op de reeds langer gerechtvaardigde vraag of de ernst van de feiten oplegging van een gevangenisstraf van (slechts) drie jaren toelaat. Het hof acht deze ernst van dien aard dat ook een gevangenisstraf van een zodanige duur, dat een voorwaardelijk strafdeel met een bijzondere voorwaarde - conform het advies van de beide gedragsdeskundigen - kan worden opgelegd, niet aan de orde is. Hoewel het hof zorgelijk is gestemd waar het gaat om de toekomst van verdachte en het gevaar voor herhaling, zal aan verdachte op grond van vorenstaande overwegingen en uit het oogpunt van repressie een gevangenisstraf van na te melden duur worden opgelegd. Benadeelde partij I Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [plaats], zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat zijn vordering ad € 1.900,- in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van zijn gehele vordering tot schadevergoeding van rechtswege voort in hoger beroep. Het hof stelt vast dat de vordering betrekking heeft op schade, die een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezen verklaarde feit. Ook overigens komt deze het hof niet als onrechtmatig voor. De vordering is voorts door en namens verdachte niet bestreden. Het hof zal de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] daarom toewijzen tot het bedrag van € 1.900,-. Benadeelde partij II Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voorts gebleken, dat de benadeelde partij [benadeelde 2], wonende te [plaats], zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat zijn vordering ad € 1.174,03 in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van zijn gehele vordering tot schadevergoeding van rechtswege voort in hoger beroep. Het hof stelt vast dat de vordering betrekking heeft op schade, die een rechtstreeks gevolg is van de onder 2 bewezen verklaarde feiten. Ook overigens komt deze het hof niet als onrechtmatig voor. De vordering is voorts door en namens verdachte niet bestreden. Het hof zal de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] daarom toewijzen tot het bedrag van € 1.174,03. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 57, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende: verklaart het verdachte onder 1, 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3 primair en 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren; beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht; wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [plaats], tot een bedrag van duizend negenhonderd euro, met dien verstande dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd; legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van duizend negenhonderd euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], [plaats]; beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van negenentwintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, met dien verstande dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd; wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [plaats], tot een bedrag van duizend honderdvierenzeventig euro en drie cent, met dien verstande dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd; legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van duizend honderdvierenzeventig euro en drie cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], [plaats]; beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van eenentwintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, met dien verstande dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd; bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermelde bedragen, de verplichting om te voldoen aan de vorderingen van de benadeelde partijen komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vorderingen van de benadeelde partijen heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen; veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. Dit arrest is aldus gewezen door mr. S.H. Wachter, voorzitter, mr. L.T. Wemes en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van J.B. Schwerzel als griffier, zijnde mr. Wemes en de griffier voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.