
Jurisprudentie
BJ7294
Datum uitspraak2009-06-16
Datum gepubliceerd2009-09-09
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers14.810097-09
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2009-09-09
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers14.810097-09
Statusgepubliceerd
Indicatie
Afwijzing verzoek schorsing vervolging wegens ziekelijke stoornis geestvermogens. Samenhang met uitspraak van 23 juni 2009.
Uitspraak
RECHTBANK ALKMAAR
Sector straf
Parketnummer : 14/810097-09
Datum uitspraak : 16 juni 2009
VERSCHENEN
BESLISSING van de Rechtbank Alkmaar, Meervoudige Kamer voor Strafzaken, in de zaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats en geboortedatum],
wonende te [adres],
gedetineerd in de Foba/PPC, H.J.E. Wenckebachweg 48 te Amsterdam.
Deze beslissing is gegeven naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 16 juni 2009.
1. VERZOEK
De verdediging heeft ter terechtzitting van 16 juni 2009 verzocht om de vervolging van verdachte te schorsen op grond van artikel 16, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat verdachte aan een zodanige ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen.
2. VOORVRAGEN
De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om over het verzoek te oordelen.
3. GRONDEN VAN DE BESLISSING
Ter terechtzitting van 16 juni 2009 is verdachte verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.J. Jorna. Met betrekking tot de verdachte zijn rapporten uitgebracht door I. Matthaei, psychiater en E.J.P. Brand, psycholoog. Genoemde deskundigen hebben hun rapporten ter terechtzitting nader toegelicht.
Uit de rapportages en het verhandelde ter terechtzitting blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, welke stoornis zijn agressieve gedrag ten tijde van het ten laste gelegde volledig bepaalde, op grond waarvan de ten laste gelegde feiten niet aan verdachte kunnen worden toegerekend.
Voorts is op grond van de door beide deskundigen ter terechtzitting gegeven toelichting aannemelijk geworden, dat er sprake is van een zodanig ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens dat hij niet in staat is de strekking van de tegen hem ingestelde vervolging te begrijpen.
Een situatie als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering (Sv) doet zich naar het oordeel van de rechtbank evenwel niet voor omdat tevens is komen vast te staan dat er geen uitzicht bestaat op herstel van deze stoornis.
Het voorschrift van artikel 16, lid 1, Sv is bedoeld om de verdediging te garanderen voor verdachten die wegens hun geestesgesteldheid tijdelijk niet in staat zijn op reƫle wijze hun verdediging te voeren en bij wie uitzicht bestaat op herstel, zodat de vervolging na herstel kan worden voortgezet.
Nu bovenbedoelde situatie zich in deze zaak niet voordoet, zal de rechtbank het verzoek van de raadsman afwijzen.
De rechtbank heeft deze ter terechtzitting gedane uitspraak om praktische redenen opgenomen in deze afzonderlijk geminuteerde beslissing. De rechtbank wijst er op, dat deze beslissing geen einduitspraak behelst, maar een tussenvonnis waartegen overeenkomstig artikel 406, lid 1, Sv hoger beroep slechts gelijktijdig met dat tegen de einduitspraak is toegelaten.
4. BESLISSING
De rechtbank:
Wijst af het verzoek tot schorsing van de vervolging van verdachte.
Deze beslissing is gegeven door
mr. P.H.B. Littooy,
mr. A.E. Merkus en mr. E.M. Devis, rechters, in tegenwoordigheid van M. Woudman, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 juni 2009.