Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ7304

Datum uitspraak2009-09-09
Datum gepubliceerd2009-09-10
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/1066 TW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Terugvordering teveel betaald toeslag. De rechtbank heeft terecht vastgesteld dat appellant in zijn bezwaarschrift heeft opgemerkt dat blijkens de door het Uwv verstrekte specificaties de toeslag over de periode van februari 2005 tot en met juli 2005 al eerder is betaald, namelijk in augustus 2005. Verder blijkt, uit de door het Uwv in bezwaar aan appellant verstrekte specificaties en een overzicht over de gehele in geding zijnde periode, dat ook over de periode van augustus 2005 tot en met december 2005 dubbel toeslag is betaald. De Raad kan appellant niet volgen in zijn bewering dat aan die specificaties en dat overzicht geen betekenis toekomt omdat zij onbetrouwbaar zijn. Appellant heeft nog geen begin van aannemelijkheid van dat betoog verschaft.


Uitspraak

08/1066 TW Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [appellant] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 31 januari 2008, 07/1667 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 9 september 2009 I. PROCESVERLOOP Namens appellant is hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 juli 2009. Appellant is niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door J.T. Wielinga. II. OVERWEGINGEN 1. Appellant is met ingang van 22 december 2004 een toeslag ingevolge de Toeslagenwet (TW) toegekend. Bij besluit van 13 december 2006 heeft het Uwv, onder toepassing van artikel 20, in verbinding met artikel 11a, eerste lid, van de TW, van appellant een bedrag van € 3.788,07 teruggevorderd, op de grond dat appellant door een technische fout in de maand september 2006 ten onrechte toeslag heeft ontvangen over de periode van 1 februari 2005 tot 1 januari 2006. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit is bij besluit van 29 juni 2007 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. 2. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. 3. De Raad komt, naar aanleiding van hetgeen partijen in hoger beroep hebben aangevoerd, tot de volgende beoordeling van de aangevallen uitspraak. 3.1. De Raad kan appellant niet volgen in zijn primaire stelling dat hem nimmer teveel toeslag is betaald. De rechtbank heeft terecht vastgesteld dat appellant in zijn bezwaarschrift heeft opgemerkt dat blijkens de door het Uwv verstrekte specificaties de toeslag over de periode van februari 2005 tot en met juli 2005 al eerder is betaald, namelijk in augustus 2005. Verder blijkt, uit de door het Uwv in bezwaar aan appellant verstrekte specificaties en een overzicht over de gehele in geding zijnde periode, dat ook over de periode van augustus 2005 tot en met december 2005 dubbel toeslag is betaald. De Raad kan appellant niet volgen in zijn bewering dat aan die specificaties en dat overzicht geen betekenis toekomt omdat zij onbetrouwbaar zijn. Appellant heeft nog geen begin van aannemelijkheid van dat betoog verschaft. 3.2. Met de rechtbank en op de gronden die zij daartoe in haar overwegingen heeft uiteengezet is de Raad vervolgens van oordeel dat het Uwv terecht het in geding zijnde bedrag, onder toepassing van de in 1 vermeld bepalingen, van appellant heeft teruggevorderd. De Raad maakt die overwegingen tot de zijne. 3.3. Hetgeen in 3.1 en 3.2 is overwogen leidt ertoe dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd. 4. Er is geen aanleiding om een der partijen te veroordelen in de proceskosten. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door H. Bolt als voorzitter en T. Hoogenboom en C.P.M. van de Kerkhof als leden, in tegenwoordigheid van A.E. van Rooij als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 september 2009. (get.) H. Bolt. (get.) A.E. van Rooij. KR