Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ7395

Datum uitspraak2009-09-10
Datum gepubliceerd2009-09-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
Zaaknummers24-000534-08
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verdachte wordt wegens een woninginbraak veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis. Gedeeltelijke toewijzing vordering BP.


Uitspraak

Parketnummer: 24-000534-08 Parketnummer eerste aanleg: 17-747015-07 Arrest van 10 september 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 15 februari 2008 in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren op [1973] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], [adres], verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.H. Gart, advocaat te Leeuwarden. Het vonnis waarvan beroep De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, vrijgesproken van het ten laste gelegde, zoals in dat vonnis omschreven. Gebruik van het rechtsmiddel De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen. Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg. Omvang van het hoger beroep De officier van justitie heeft het hoger beroep bij akte rechtsmiddel van 25 februari 2008 uitdrukkelijk beperkt tot de beslissing van de politierechter inzake feit 3. Slechts in zoverre is het vonnis van de politierechter aan hoger beroep onderworpen. De vordering van de advocaat-generaal De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof - voor zover in hoger beroep van belang - de verdachte ten aanzien van feit 3 zal veroordelen tot een werkstraf van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis, en de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk zal verklaren. De beslissing op het hoger beroep Het hof zal het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, vernietigen en in zoverre opnieuw recht doen. Tenlastelegging Aan de verdachte is - voor zover aan hoger beroep onderworpen - ten laste gelegd, dat: 3. hij op of omstreeks 05 juni 2006 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan/op de [adres] (aldaar)) heeft weggenomen een kluis ((o.m.) inhoudende een of meer testament(en) en/of koopakte(n) en/of hypotheekakte(n) en/of vergunning(en) en/of bouwtekening(en) en/of voogdijverklaring(en) en/of foto('s) en/of negatieven van foto('s) en/of zilveren rijksdaalder(s)/gulden(s) en/of gouden munt(en) en/of (reserve)sleutel(s) en/of (div.) diploma('s) en/of verklaring(en) sociale hygiène en/of lagere schoolrapport(en) en/of S0 lijstje(s) mavo/4 opleiding en/of geld)(, althans met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte: een of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) op of omstreeks 05 juni 2006 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], (tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan/op de [adres] (aldaar)) heeft/hebben weggenomen een kluis ((o.m.) inhoudende een of meer testament(en) en/of koopakte(n) en/of hypotheekakte(n) en/of vergunning(en) en/of bouwtekening(en) en/of voogdijverklaring(en) en/of foto('s) en/of negatieven van foto('s) en/of zilveren rijksdaalder(s)/gulden(s) en/of gouden munt(en) en/of (reserve)sleutel(s) en/of (div.) diploma('s) en/of verklaring(en) sociale hygiène en/of lagere schoolrapport(en) en/of S0 lijstje(s) mavo/4 opleiding en/of geld) (, althans met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] en/of [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die (onbekend gebleven) perso(o)n(en) (en/of zijn mededader(s)) en/of aan verdachte, waarbij die (onbekend gebleven) perso(o)n(en) (en/of zijn mededader(s)) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks (5) juni 2006 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente] en/of elders in Nederland opzettelijk behulpzaam is geweest door die onbekend gebleven perso(o)nen en/of die kluis (met inhoud) en/met zijn (personen)auto (merk Citroën Xantia en/of kleur bordeaux rood) voor het vervoeren van die (onbekend gebleven) perso(o)nen en/of die kluis (met inhoud) ter beschikking te stellen. Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde Door [benadeelde] is aangifte gedaan van inbraak in zijn woning aan de [adres] in [plaats]. Volgens die aangifte zijn de daders via een achterraam door middel van braak of verbreking de woning binnengekomen en hebben zij de in de tenlastelegging vermelde goederen, waaronder een kluis, weggenomen. Tevens werd een rood/oranje/geel tafelkleed vermist1. De inbraak moet volgens die aangifte hebben plaatsgevonden op 5 juni 2006 tussen 15.00 uur en 20.30 uur2. Door een getuige werden op die dag even na 17.00 uur in de buurt van aangevers woning3 drie mannen waargenomen. Door twee van hen werd een zwaar vierkant voorwerp, afgedekt met een oranje kleed in de kofferbak van een rode Citroen Xanthia geplaatst. Die personenauto werd bestuurd door de derde man. Hij opende de kofferbak van de auto waarna de twee andere mannen dat voorwerp in die kofferbak plaatsten. De getuige heeft het kenteken van die auto genoteerd4. Verdachte is eigenaar van een auto van dat merk, type en kleur5 en met dat kenteken6. Verdachte heeft verklaard dat hij zijn auto nooit uitleent7. Het staat dan ook vast dat verdachte de door de getuige waargenomen bestuurder is. Verdachte heeft wisselend verklaard omtrent zijn aanwezigheid in [plaats], zijn activiteiten die dag en de aanwezigheid van (de) twee mannen bij zijn auto, en geeft geen aannemelijke verklaring voor het feit dat een zwaar voorwerp in zijn auto is geplaatst in de buurt van aangevers woning gedurende de tijd dat de inbraak is gepleegd. Het hof gaat er op grond van de beschrijving van de getuige vanuit dat het zware voorwerp aangevers kluis was, bedekt met een tafelkleed uit aangevers woning. Dat de beschrijving van het kleed door de getuige iets afwijkt van de beschrijving van het kleed door aangevers echtgenote is van ondergeschikt belang. Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat: hij op 5 juni 2006 te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan De [adres]) heeft weggenomen een kluis (o.m. inhoudende testamenten en koopakten en hypotheekakten en vergunningen en bouwtekeningen en voogdijverklaringen en negatieven van foto's en zilveren rijksdaalders/guldens en gouden munten en reservesleutels en diploma's en verklaringen sociale hygiëne en lagere schoolrapporten en S0 lijstjes mavo/4 opleiding en geld), toebehorende aan [benadeelde] en [slachtoffer], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft en de weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak. Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen. Kwalificatie Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak. Strafbaarheid Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Strafmotivering Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich op 5 juni 2006 met anderen schuldig gemaakt aan een woninginbraak. Verdachte heeft aldus inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de slachtoffers. Woninginbraken veroorzaken veel onrust en overlast voor de bewoners. Verdachte heeft bovendien door dit feit een ernstige inbreuk gemaakt op hun privacy. Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel uit het Justitiële Documentatieregister d.d. 14 mei 2009 - eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke strafbare feiten. Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de - door de advocaat-generaal gevorderde - werkstraf van na te melden aantal uren dient te worden opgelegd. Benadeelde partij [benadeelde] Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat zijn vordering in eerste aanleg niet-ontvankelijk is verklaard. De benadeelde partij heeft zich binnen de grenzen van zijn eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van zijn in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort. Vast staat dat de benadeelde partij als direct gevolg van het onder 3 primair bewezen verklaarde feit schade heeft geleden. Het hof is van oordeel dat deze rechtstreekse schade kan worden begroot op een bedrag van € 2842,12 bestaande uit de posten vervangen sloten woonhuis en reparatie (€ 797,53,-), vervangen sloten pizzeria (€ 504,08,) vervangen sloten Opel Corsa (€ 664,22), vervangen sloten Alfa Romeo (€ 663,58) en vervangen sloten Polo (€ 462,71) minus € 250,-, welk bedrag is uitgekeerd door de verzekeraar. Het hof zal de vordering derhalve toewijzen tot een bedrag van € 2842,12 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2006 tot aan de dag van voldoening, één en ander in dier voege, dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Het hof is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij betreffende het overige van niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. Gelet op het bepaalde in artikel 361, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dient de benadeelde partij in zoverre in zijn vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met bepaling dat de benadeelde partij zijn vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Gelet op het vorenstaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. Schadevergoedingsmaatregel Het hof zal voormeld toegewezen bedrag tevens toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel, met dien verstande dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd. Toepassing van wetsartikelen Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 36f, 47, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde. De uitspraak HET HOF, RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP: vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en in zoverre opnieuw recht doende: verklaart het verdachte onder 3 primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar; verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 3 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij; veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderdtwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zestig dagen zal worden toegepast; beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag; wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van € 2842,12, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2006 tot aan de dag van voldoening; met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd; verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering; bepaalt dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen; veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken; legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van € 2842,12, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2006 tot aan de dag van voldoening, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde], wonende te [woonplaats]; beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van 38 dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt; met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd; bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen. Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. G. Dam en mr. S.J. van der Woude, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier, zijnde mr. Van der Woude voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.