Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ7950

Datum uitspraak2009-09-17
Datum gepubliceerd2009-09-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers000407-09
Statusgepubliceerd


Indicatie

Verzoek ex artikel 591a Sv. Verzoeker wordt een vergoeding van € 6.599,49 toegekend.


Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM nevenzittingsplaats Leeuwarden Rekestnummer: 000407-09 Parketnummer hoger beroep: 24-000526-08 Parketnummer eerste aanleg: 07-461532-07 Beschikking d.d. 17 september 2009 van het gerechtshof te Leeuwarden, enkelvoudige raadkamer, op het verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering van: [verzoeker], geboren op [1959] te [geboorteplaats], wonende te [woonplaats], van [adres], Verzoeker en zijn advocaat mr. M.T. van Daatselaar, advocaat te Hoogeveen, zijn ingelicht omtrent de behandeling van het verzoekschrift ter openbare raadkamer van het gerechtshof d.d. 3 september 2009. Hierbij is meegedeeld dat, mede gelet op het door de advocaat-generaal ingenomen standpunt, de aanwezigheid van mr. Daatselaar en verzoeker in het kader van de behandeling van het verzoekschrift niet is vereist. 1. Het verzoek Verzoeker vraagt vergoeding uit 's Rijks kas voor gemaakte kosten in een strafzaak tegen verzoeker ten bedrage van € 6.599,49, zoals nader in het verzoekschrift aangegeven. 2. De behandeling in raadkamer Het hof heeft in openbare raadkamer van 3 september 2009 gezien de stukken, waaronder het verzoekschrift en de op de strafzaak betrekking hebbende stukken. Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal. 3. De beoordeling van het verzoek Uit het onderzoek in openbare raadkamer is - voor zover hier van belang - het hof het navolgende gebleken: - tegen verzoeker is een strafzaak aanhangig geweest, behandeld in eerste aanleg onder parketnummer 07-461532-07 door de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad (en vervolgens in hoger beroep onder parketnummer 24-000526-08 door dit hof op 20 maart 2009) - het arrest van het hof d.d. 3 april 2009 is onherroepelijk geworden op 17 april 2009. - de strafzaak tegen verzoeker is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel, en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. - verzoeker heeft het verzoek op de voorgeschreven wijze en tijdig ingediend, - verzoeker heeft in het verzoekschrift aangevoerd dat hij tengevolge van de strafzaak kosten heeft gemaakt, te weten: a. kosten raadsman € 6.063,19 b. tijdsverzuim € 200,00 c. reiskosten € 61,30 d. kosten verzoek € 275,00 Het hof acht gronden van billijkheid aanwezig om verzoeker de navolgende vergoeding toe te kennen: a. kosten raadsman € 6.063,19 b. tijdsverzuim € 200,00 c. reiskosten € 61,30 d. kosten verzoek € 275,00 + totaal: € 6.599,49 4. Beslissing kent aan verzoeker [verzoeker] toe een vergoeding uit 's Rijks kas ten bedrage van € 6.599,49; Aldus gewezen en ondertekend door mr. Anjewierden en mede ondertekend door de griffier. Griffier Voorzitter De voorzitter beveelt de tenuitvoerlegging ten aanzien van dit bedrag door overmaking van dat bedrag op bankrekening nr. [nummer] ten name van St. Beheer Derdengelden Sense Advocatuur onder vermelding van '[verzoeker]/OM'0. Voorzitter