Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ8086

Datum uitspraak2009-09-18
Datum gepubliceerd2009-09-21
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers09/2099
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Bus-combi


Uitspraak

RECHTBANK LEEUWARDEN Sector bestuursrecht procedurenummer: AWB 09/2099 proces-verbaal mondelinge uitspraak van 18 september 2009 op grond van artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) inzake het geding tussen de verenigingen "Vriendenkring F.C. Twente '65" en "Supportersvereniging Vak P Enschede", beiden gevestigd te Enschede, verzoekers, gemachtigde: mr. R.F. Speijdel, advocaat te Enschede, en de burgemeester van Heerenveen, verweerder, gemachtigden: mr. I. van der Meer, advocaat te Leeuwarden, en A.C. Teuben-Bokma, werkzaam bij verweerders gemeente. Bestreden besluit Bij brief van 24 augustus 2009, verzonden op 26 augustus 2009, heeft de burgemeester aan de betaald voetbal organisatie (BVO) FC Twente meegedeeld de buscombi in stand te laten. Zitting Het geding is behandeld ter zitting van de voorzieningenrechter op 18 september 2009, waar partijen zich door hun gemachtigden hebben laten vertegenwoordigen. Beslissing De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Motivering Procesverloop Bij brief van 25 juni 2009, verzonden op 30 juni 2009, heeft de burgemeester van Heerenveen (hierna: de burgemeester) aan FC Twente meegedeeld dat op 3 juni 2009 in het "veiligheidsoverleg SC Heerenveen" een evaluatie heeft plaatsgevonden van het seizoen 2008-2009 en dat naar aanleiding hiervan is besloten dat (ook) het komend seizoen de meereizende supporters van FC Twente gebruik moeten maken van de buscombi. Tevens heeft de burgemeester aan FC Twente het verzoek gedaan om zijn supportersverenigingen op de hoogte te stellen van deze brief. Bij brief van 17 augustus 2009 heeft FC Twente de burgemeester verzocht in overweging te nemen een autocombi in te stellen in plaats van een buscombi. Bij brief van 24 augustus 2009, verzonden op 26 augustus 2009, heeft de burgemeester aan FC Twente meegedeeld het verzoek niet te honoreren en de buscombi in stand te laten, met daarbij wederom het verzoek om de supportersverenigingen op de hoogte te stellen van dit standpunt. Bij brief van 8 september 2009 heeft de Vriendenkring FC Twente '65 (hierna: de Vriendenkring) de burgemeester verzocht om zijn standpunt te herzien en alsnog een autocombi in te stellen. Bij brief van 14 september 2009 heeft de burgemeester aan de Vriendenkring meegedeeld dat het verzoek, na bespreking die ochtend in het regulier politieoverleg, geen aanleiding geeft om de buscombi voor dit jaar in te trekken. De Vriendenkring en de Supportersvereniging Vak P Enschede (hierna: Vak P) hebben bij schrijven van 16 september 2009 bezwaar gemaakt tegen de brief van de burgemeester van 24 augustus 2009. Daarnaast hebben de Vriendenkring en Vak P de voorzieningenrechter bij faxbericht van 17 september 2009 verzocht een voorlopige voorziening te treffen met de strekking dat de buscombi niet van kracht is tijdens de wedstrijd tussen SC Heerenveen en FC Twente op 20 september 2009 te Heerenveen. Rechtsoverwegingen Ingevolge artikel 1:3, eerste lid, van de Awb wordt onder besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Ingevolge de artikelen 3:41, 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van de Awb geldt het volgende. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een besluit bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het bestreden besluit door toezending of uitreiking aan de belanghebbende(n) is bekendgemaakt. Een bezwaarschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een bezwaarschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaarschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. De brieven van de burgemeester van 24 augustus 2009 en 8 september 2009 kunnen naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet worden aangemerkt als besluiten in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Deze brieven, waarin de burgemeester meedeelt dat hij bij zijn eerder ingenomen standpunt blijft, brengen geen zelfstandig rechtsgevolg teweeg. Het besluit tot het handhaven van een buscombi, waartegen de Vriendenkring en Vak P bezwaren hebben, is reeds bekendgemaakt op 30 juni 2009 en kan niet in rechte worden bestreden door bezwaar te maken tegen de brieven van 24 augustus 2009 en 8 september 2009. Voor zover de Vriendenkring en Vak P bezwaar willen maken tegen het besluit van de burgemeester tot het handhaven van de buscombi, zoals bekendgemaakt in de brief van 25 juni 2009, overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Uit de gedingstukken blijkt dat het besluit van de burgemeester van 25 juni 2009 op 30 juni 2009 is verzonden. Hieruit volgt dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is aangevangen op 1 juli 2009 en dat het bezwaarschrift uiterlijk op 11 augustus 2009 door de burgemeester moest zijn ontvangen. Het bezwaarschrift van de Vriendenkring en Vak P is niet binnen de termijn ingediend. Overigens is de brief van FC Twente van 17 augustus 2009, voor zover deze als een bezwaarschrift moet worden aangemerkt, evenmin tijdig ingediend. Ten aanzien van de vraag of de onderhavige termijnoverschrijding verschoonbaar is, overweegt de voorzieningenrechter het volgende. Bij de bekendmaking van het betrokken besluit is niet gewezen op de mogelijkheid om bezwaar te maken binnen zes weken na verzending van de brief, maar volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State behoort in dergelijke gevallen als uitgangspunt te gelden dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De Vriendenkring en Vak P hebben gesteld dat zij pas enkele weken geleden bekend zijn geraakt met de brief van de burgemeester van 25 juni 2009. Ter zitting heeft geen van de partijen duidelijkheid kunnen verschaffen over de vraag wanneer de Vriendenkring en Vak P precies bekend zijn geraakt met de brief van 25 juni 2009. Ter zitting is namens de burgemeester gesteld dat afspraken zouden bestaan, die erop neerkomen dat iedere BVO besluiten als de onderhavige bekend maakt aan zijn eigen supportersverenigingen, maar is niet duidelijk geworden of, en zo ja, waar, een dergelijke afspraak is vastgelegd. Weliswaar heeft de burgemeester de BVO verzocht om zijn supportersverenigingen op de hoogte te stellen van de brief van 25 juni 2009, maar gediscussieerd zou kunnen worden of dit kan worden beschouwd als een geschikte bekendmaking aan de supportersverenigingen, als belanghebbenden in de zin van artikel 3:41 van de Awb. In dit verband is tenslotte nog van belang dat, in geval van termijnoverschrijding, het bezwaarschrift moet worden ingediend zo spoedig mogelijk nadat een belanghebbende alsnog bekend is geraakt met een besluit. Omdat de voorzieningenrechter op dit ogenblik niet geheel kan uitsluiten dat de termijnoverschrijding verschoonbaar moet worden geacht, zal hij hieronder een voorlopig inhoudelijk oordeel geven over het besluit tot het handhaven van de buscombi. De gebeurtenissen op 22 december 2007, waarbij supporters van FC Twente voor ongeregeldheden hebben gezorgd in het centrum van Heerenveen, zijn destijds aanleiding geweest voor het instellen van een buscombi. De burgemeester stelt dat de gebeurtenissen op 22 december 2007 niet los kunnen worden gezien van de feiten die zich in het afgelopen voetbalseizoen op 25 april 2009 hebben voorgedaan en gezamenlijk ten grondslag liggen aan het besluit om de buscombi in stand te laten. Dit betreft de volgende feiten, begaan door leden van Vak P: het minutenlang schommelen met de bus, het niet voldoen aan aanwijzingen van de politie om de bus te verlaten en het groepsgewijs in het openbaar urineren in het busparkeervak. De Vriendenkring en Vak P bestrijden niet dat deze feiten hebben plaatsgevonden, maar stellen dat ze juist veroorzaakt zijn door de buscombi, dan wel door het niet goed uitvoeren daarvan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter stelt de burgemeester terecht dat het al dan niet goed uitvoeren van de buscombi, met name het (lang) moeten wachten, geen verontschuldiging kan zijn voor het plegen van bedoelde feiten. Partijen verschillen voorts van mening over de waardering van de ernst van deze feiten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester, gelet op bedoelde feiten, in combinatie met de gebeurtenissen op 22 december 2007, in het kader van zijn verantwoordelijkheid voor het handhaven van de openbare orde, als bedoeld in artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet, in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot het instellen, dan wel handhaven, van de buscombi. Dit betekent dat het bestreden besluit inhoudelijk gezien in rechte stand kan houden. Gelet op het bovenstaande, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het besluit tot het handhaven van een buscombi, zoals bekendgemaakt in de brief van 25 juni 2009, in rechte in stand zal kunnen blijven, hetzij omdat het bezwaarschrift van de Vriendenkring en Vak P niet-ontvankelijk zal worden verklaard, dan wel omdat geoordeeld moet worden dat de burgemeester in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. Hieruit volgt dat geen aanleiding bestaat voor het treffen van een voorlopige voorziening zoals verzocht door de Vriendenkring en Vak P. De voorzieningenrechter deelt mee dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat. De zitting wordt gesloten. Waarvan proces-verbaal. mr. B.M. van der Doef, griffier mr. E. de Witt, voorzieningenrechter