
Jurisprudentie
ZD2629
Datum uitspraak2001-05-15
Datum gepubliceerd2001-11-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers02379/00 B
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2001-11-29
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureCassatie
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers02379/00 B
Statusgepubliceerd
Conclusie anoniem
Mr. Fokkens
Nr. 02379/00 B
Parket, februari 2001
Conclusie inzake:
[Verzoeker=klager]
Edelhoogachtbaar College,
1. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft bij beschikking van 3 mei 2000 het namens verzoeker ingediende klaagschrift tegen de inbeslagname van een Ara ararauna (blauw-gele Ara) ongegrond verklaard.
2. Tegen die beslissing heeft verzoeker beroep in cassatie ingesteld. Er is door of namens de verzoeker geen cassatieschriftuur ingediend
3. Uit in cassatie opgevraagde informatie is gebleken dat de strafzaak tegen [de v.o.f.] (bij wie de Ara inbeslag is genomen) is geƫindigd in een einduitspraak. Het hof heeft hierbij de Ara ararauna ontrokken aan het verkeer. De uitspraak is inmiddels onherroepelijk geworden zodat verzoeker belang mist bij behandeling van het cassatieberoep.
4. Ik concludeer dat verzoeker niet-ontvankelijk zal worden verklaard in zijn beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
Uitspraak
15 mei 2001
Strafkamer
nr.02379/00 B
LR/SM
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 mei 2000, parketnummer R209/98, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[klager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden beschikking
Het Hof heeft ongegrond verklaard het door klager ingediende beklag strekkende tot teruggave aan hem van de in bovenvermelde beschikking omschreven vogel.
2.Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Middelen van cassatie zijn door of namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep.
3. Ambtshalve beoordeling van de bestreden beschikking
De Hoge Raad oordeelt geen grond aanwezig waarop de bestreden beschikking ambtshalve zou behoren te worden vernietigd. Daarom moet het cassatieberoep worden verworpen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.J.M. Davids als voorzitter, en de raadsheren G.J.M. Corstens en A.M.M. Orie, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 mei 2001.