
Jurisprudentie
ZJ0045
Datum uitspraak2000-09-27
Datum gepubliceerd2002-07-17
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 00/00116
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2002-07-17
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 00/00116
Statusgepubliceerd
Uitspraak
WAHV 00/00116
27 september 2000
CJIB 28449670
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter te Utrecht
van 8 mei 2000
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Utrecht ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep.
De advocaat-generaal heeft een reactie gegeven op de nadere toelichting op het beroep.
3. Beoordeling
3.1. Aan betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie opgelegd van ƒ 280,= ter zake van 'overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (verkeersbord A1); meer dan 30 km/h en t/m 35 km/h' bij een toegestane maximumsnelheid van 100 kilometer per uur, welke gedraging zou zijn verricht op 27 juli 1999 om 20.48 uur in de gemeente Bunnik op de Rijksweg A12.
3.2. Betrokkene betwist niet dat hij te snel gereden heeft, maar voert aan dat hem aanvankelijk tevens een beschikking is toegezonden, waarbij hem een sanctie is opgelegd ter zake van 'overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (gedragsregel); meer dan 10 km/h en t/m 15 km/h' bij een toegestane maximumsnelheid van 120 kilometer per uur, welke gedraging zou zijn verricht op 27 juli 1999 om 20.47 uur in de gemeente Utrecht op de Rijksweg A12, welke naderhand ingetrokken is. In zijn visie houdt dit in, dat er sprake is van twee bekeuringen ter zake van hetzelfde geval, waarvan de sanctie ter zake van de in tijd gemeten eerste overtreding had dienen te worden gehandhaafd en de tweede had dienen te worden ingetrokken.
3.3. Tevens acht hij de motivering van de kantonrechter, die inhoudt dat hij op verschillende wegen achtereen een snelheidsovertreding zou hebben begaan, onbegrijpelijk.
3.4. Het hof gaat met de betrokkene er van uit, dat beide sancties betrekking hebben op zijn rijgedrag over de Rijksweg A-12, waarbij hij achtereenvolgens:
a. de op autosnelwegen gelden maximumsnelheid van 120 km/h heeft overschreden door met een na meting gecorrigeerde snelheid van 132 km/h te rijden en
b. de door verkeersbord A1 aangegeven maximumsnelheid van 100 km/h heeft overschreden door met een na meting gecorrigeerde snelheid van 133 km/h te rijden.
Met betrokkene acht het hof de aan de beslissing van de kantonrechter ten grondslag liggende motivering niet juist. Dit behoeft echter niet te leiden tot vernietiging van de beslissing van de kantonrechter.
3.5. Uit de hiervoor weergegeven gang van zaken blijkt immers, dat er sprake is van twee overtredingen van verschillende aard en zwaarte. Het feit dat deze overtredingen kort na elkaar zijn geconstateerd brengt, - anders dan betrokkene wil -, niet mee, dat één van beide beschikkingen zou moeten worden ingetrokken. Daaruit volgt, dat de omstandigheid dat de beschikking ter zake van de eerst geconstateerde overtreding is ingetrokken voor de beoordeling van de onderhavige zaak van geen belang is.
3.6. Het hof zal derhalve de beslissing van de kantonrechter bevestigen.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr Kalsbeek, raadsheer, in tegenwoordigheid van mr Vlietstra, als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 september 2000.