Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

ZJ0056

Datum uitspraak2000-10-04
Datum gepubliceerd2002-07-05
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 00/00117
Statusgepubliceerd


Uitspraak

WAHV 00/00117 4 oktober 2000 CJIB 25378985 Gerechtshof te Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter te Boxmeer van 18 april 2000 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te [woonplaats]. 1. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement 's Hertogenbosch ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Het procesverloop De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. 3. Beoordeling 3.1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van ƒ180,-- opgelegd ter zake van 'overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (gedragsregel) meer dan 20 km/h en t/m 25 km/h', welke gedraging zou zijn verricht op 12 januari 1999 op de Dorpsstraat in de gemeente Sint Anthonis. 3.2. De betrokkene heeft zowel in beroep bij de officier van justitie als in beroep bij de kantonrechter ontkend de gedraging te hebben verricht. De betrokkene heeft daartoe -zakelijk weergegeven- aangevoerd, dat hij uit een zijstraat van de Dorpsstraat te Ledeacker kwam, dat hij deze straat in reed, dat het voorrangsbord na de kruising was geplaatst en dat hem op de theorielessen is geleerd, dat je je in dat geval buiten de bebouwde kom bevindt. 3.3. In hoger beroep heeft de betrokkene onder meer gesteld, dat hij nog eens is gaan kijken uit welke straat hij kwam, dat de zijweg waaruit hij de Dorpsstraat op reed buiten de bebouwde kom ligt, dat na 150 meter het bord bebouwde kom Sint Anthonis staat en dat de politie ongeveer 70 meter na dat bord stond te controleren. 3.4. Nu de betrokkene aldus kennelijk terugkomt op zijn ontkenning de gedraging te hebben verricht, staat gelet op de inhoud van het door de verbalisant opgemaakte aanvullende proces-verbaal genoegzaam vast, dat de betrokkene de bestreden gedraging heeft verricht. 3.5. In hoger beroep heeft de betrokkene voorts aangevoerd: 'Als ik ergens aangereden kom met een snelheid van bijvoorbeeld 80 KM per uur en ik zie een bord van bebouwde kom dan laat ik de gas los en laat de auto uitrijden de snelheid afzakken tot de maximum toegestane snelheid. Zo werd mij dat geleerd bij mijn autorijles'. 3.6. Naar het oordeel van het hof is de door de betrokkene gevolgde wijze van rijden geen reden om geen sanctie op te leggen dan wel de sanctie te matigen. Betrokkene dient immers zo tijdig het gas los te laten dat hij bij het passeren van het bord 'bebouwde kom' zijn snelheid heeft verminderd tot de ter plaatse toegestane maximum-snelheid. 3.7. De beslissing van de kantonrechter dient, gelet op het voorgaande, te worden bevestigd. 4. De beslissing Het gerechtshof: bevestigt de beslissing van de kantonrechter. Dit arrest is gewezen door mr Vellinga, vice-president, in tegenwoordigheid van mr Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 4 oktober 2000.