
Jurisprudentie
ZJ0082
Datum uitspraak2000-12-20
Datum gepubliceerd2002-06-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 00/00058
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2002-06-07
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 00/00058
Statusgepubliceerd
Uitspraak
WAHV 00/00058
20 december 2000
CJIB 23282367
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter te 's-Gravenhage
van 21 februari 2000
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft een ongedateerde brief, met bijlagen, aan de officier van justitie te 's-Gravenhage gezonden, die deze op 28 maart 2000 heeft ontvangen.
Voormelde brief, met bijlagen, is kennelijk doorgezonden aan de griffie van het kantongerecht.
De griffie van het kantongerecht heeft voormelde brief aangemerkt als een beroepschrift, gericht tegen de beslissing van de kantonrechter van 21 februari 2000. Vervolgens zijn de brief van betrokkene met bijlagen, alsmede de op de zaak betrekking hebbende stukken, aan de griffie van het hof gezonden.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld op meergenoemde brief met bijlagen te reageren. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van ƒ180,-- opgelegd ter zake van 'voor het motorrijtuig van 3500 KG of minder heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren', welke gedraging zou zijn verricht op 9 september 1998 op de Rijksweg A12 in de gemeente Leidschendam.
3.2. Met de kantonrechter vat het hof de brief van de betrokkene op als een geschrift waarmee de betrokkene hoger beroep instelt tegen de beslissing van de kantonrechter van 21 februari 2000. Terzake overweegt het hof het volgende.
3.3. Ingevolge art. 6:17 Awb worden, indien iemand zich laat vertegenwoordigen, de op de zaak betrekking hebbende stukken in ieder geval aan de gemachtigde gezonden.
3.4. Het beroepschrift bij het kantongerecht is ingediend door mr F.A.M. te Braake, advocaat te Goes, die daartoe door de betrokkene is gemachtigd. Tot de stukken behoren de in de bestreden beslissing genoemde brieven van 3 juli 1999 en 12 oktober 1999, waarbij de betrokkene is gewezen op diens verplichting om zekerheid te stellen. Die brieven zijn geadresseerd aan de betrokkene. Nu niet blijkt dat die brieven overeenkomstig het bepaalde in art. 6:17 Awb ook aan diens gemachtigde zijn gezonden, kan de bestreden beslissing niet in stand blijven.
3.5. Na terugwijzing van de zaak dient de kantonrechter eenmaal een nieuwe termijn te bepalen waarbinnen de betrokkene alsnog zekerheid kan stellen en daarvan moet in ieder geval aan de gemachtigde van de betrokkene mededeling worden gedaan.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de bestreden beslissing en wijst de zaak terug naar het kantongerecht te 's-Gravenhage ter behandeling en beslissing met inachtneming van dit arrest.
Dit arrest is gewezen door mr Kalsbeek, raadsheer, in tegenwoordigheid van
mr Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 20 december 2000.