Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

ZJ0084

Datum uitspraak2000-12-20
Datum gepubliceerd2002-05-28
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 00/00197T
Statusgepubliceerd


Uitspraak

WAHV 00/00197 20 december 2000 CJIB 21369188 Gerechtshof te Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter te Zierikzee van 9 mei 2000 betreffende [betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene), wonende te[woonplaats]. 1. De beslissing van de kantonrechter De kantonrechter heeft - nadat de Hoge Raad de zaak had teruggewezen - het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Middelburg ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. 2. Het procesverloop De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend. De betrokkene is in de gelegenheid gesteld het beroep schriftelijk nader toe te lichten. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. 3. Beoordeling 3.1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van ƒ 180,-- opgelegd ter zake van 'niet stoppen voor rood licht bij driekleurig verkeerslicht', welke gedraging zou zijn verricht op 5 mei 1998 op de Nieuwe Postweg in de gemeente Tholen. 3.2. De betrokkene ontkent de gedraging te hebben verricht. De betrokkene heeft daartoe aangevoerd, dat een getuige [getuige] [tel. nummer] werkzaam bij [naam en adres bedrijf], kan bevestigen, dat hij ten tijde van de gedraging planten afleverde bij genoemd bedrijf. 3.3. In de regel mag de rechter het ervoor houden dat het motorrijtuig (met het kenteken zoals dat blijkens de stukken door de politie is waargenomen) waarmee de gedraging is verricht hetzelfde motorrijtuig is als dat waarvan het kenteken staat geregistreerd in het kentekenregister. Bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat een nader - eventueel aan de politie op te dragen - onderzoek moet worden ingesteld ter beantwoording van de vraag of bedoelde waarneming juist is en zo ja of het motorrijtuig waarmee de gedraging is verricht het juiste kenteken voerde. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn indien - zoals te dezen is geschied - door de betrokkene concrete feiten en omstandigheden worden aangevoerd waaruit kan volgen dat het motorrijtuig waarmee de gedraging is verricht een ander is dan dat waarvan het kenteken ten name van de betrokkene staat geregistreerd in het kentekenregister ( o.a. HR 17 oktober 2000, nr. 810-99-v). De kantonrechter had derhalve de door de betrokkene genoemde getuige moeten (doen) horen. 3.4. Nu de kantonrechter heeft verzuimd bedoelde getuige te (doen) horen, zal het hof de advocaat-generaal opdragen voormelde getuige te doen horen door de politie en daarvan binnen zes weken na de datum van dit arrest aan het hof verslag te doen. 3.5. Nadat de advocaat-generaal bedoeld verslag heeft gedaan, zal de zaak overeenkomstig het verzoek van de betrokkene worden behandeld ter zitting. 4. De beslissing Het gerechtshof: draagt de advocaat-generaal op de getuige [tel.nummer] werkzaam bij [naam en adres bedrijf], te doen horen en daarvan binnen zes weken na de datum van dit arrest aan het hof verslag te doen. Dit arrest is gewezen door mrs Vellinga, vice-president, als voorzitter, Kalsbeek en Huisman, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 20 december 2000.