
Jurisprudentie
ZJ0131
Datum uitspraak2001-03-21
Datum gepubliceerd2002-06-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 00/00331
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2002-06-12
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Leeuwarden
ZaaknummersWAHV 00/00331
Statusgepubliceerd
Uitspraak
WAHV 00/00331
21 maart 2001
CJIB 28531339
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter te Tilburg
van 9 augustus 2000
betreffende
[naam] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Breda ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van fl 220,-- opgelegd ter zake van “overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (gedragsregel); meer dan 20 km/h en t/m 25 km/h“ (feitcode S300D), welke gedraging zou zijn verricht op 1 augustus 1999 op de Rijksweg A 58 in de gemeente Gilze en Rijen.
3.2. Betrokkene ontkent niet de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 80 km/h te hebben overschreden. Hij stelt echter niet sneller te kunnen hebben gereden dan tegen de 100 km/h, omdat anders zijn voertuig, waaraan ten tijde van de gedraging een aanhangwagen gekoppeld was, onbestuurbaar zou zijn geworden, en voorts omdat hij ten tijde van het meten van de snelheid tussen twee vrachtwagens in reed.
3.3. Anders dan betrokkene wil is gelet op de verklaring van verbalisant dat hij het voertuig van betrokkene heeft gevolgd over een afstand van 1000 m. met een tussenafstand van 75 m., niet aannemelijk dat betrokkene ten tijde van het meten van de snelheid tussen twee vrachtwagens in reed.
3.4. Het zaakoverzicht houdt in als relaas van verbalisant, dat hij het voertuig van betrokkene over een afstand van ca. 1000 m heeft gevolgd met een tussenafstand van 75 m, dat hij op de geteste snelheidsmeter van het surveillancevoertuig een snelheid heeft afgelezen van 108 km/h, en dat de overeenkomstig het bij die snelheidsmeter behorende testrapport gecorrigeerde meting 105 km/h bedraagt.
3.5. Op grond van het relaas van verbalisant acht het hof ondanks hetgeen betrokkene aanvoert aannemelijk dat betrokkene op tijd en plaats als voormeld zo snel heeft gereden dat hij de ter plaatse geldende maximumsnelheid met meer dan 20 km/h heeft overschreden. Zoals de kantonrechter heeft overwogen zullen immers niet alleen de gereden snelheid maar ook de omstandigheden waaronder gereden wordt van invloed zijn op de vraag bij welke snelheid precies het door betrokkene bestuurde voertuig onbestuurbaar wordt. Daarom levert het gedrag van betrokkenes voertuig niet een zo nauwkeurige aanwijzing op voor de maximaal door hem rijden snelheid, dat ondanks de uitkomst van de meting met de geteste snelheidsmeter niet valt aan te nemen dat betrokkene sneller heeft gereden dan – zoals voor de gedraging is vereist - meer dan 100 km/h.
3.6. In aanmerking nemende dat betrokkene op een autosnelweg de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 80 km/h heeft overschreden, dient de overtreden gedraging te worden gewijzigd in voege als na te melden. Voor het overige is het beroep ongegrond.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beslissing van de kantonrechter voor zover daarbij de feitcode en de omschrijving van de gedraging in de inleidende beschikking in stand zijn gelaten;
wijzigt met vernietiging van de inleidende beschikking in zoverre, de feitcode in S 310d en de omschrijving van de gedraging in “overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (verkeersbord A1) meer dan 20 km/h en t/m 25 km/h“;
verklaart het beroep voor het overige ongegrond.
Dit arrest is gewezen door mrs Vellinga, vice-president als voorzitter, Kalsbeek en Van Dijk, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.