Algemene Ouderdomswet
Artikel 13
1
Op het bruto-ouderdomspensioen, vastgesteld op grond van artikel 9 wordt een korting toegepast van 2%:
a
voor elk kalenderjaar, dat de pensioengerechtigde na het bereiken van de 15-jarige, doch vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd niet verzekerd is geweest;
b
voor elke jaarpremie op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen, welke de pensioengerechtigde na het bereiken van zijn 15-jarige leeftijd schuldig nalatig is geweest te betalen als bedoeld in artikel 61 van die wet.
2
Op de bruto-toeslag wordt, na toepassing van artikel 10, een korting toegepast van 2%:
a
voor elk kalenderjaar, dat de echtgenoot van de pensioengerechtigde na het bereiken van zijn 15-jarige leeftijd, doch vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de pensioengerechtigde niet verzekerd is geweest;
b
voor elke jaarpremie op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen, welke de echtgenoot van de pensioengerechtigde na het bereiken van zijn 15-jarige leeftijd, doch vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de pensioengerechtigde schuldig nalatig is geweest te betalen.
3
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de herleiding van gedeelten van kalenderjaren tot gehele kalenderjaren en gedeelten van jaarpremies tot gehele jaarpremies.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.