
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 462
1
Het mentorschap eindigt door het verstrijken van de tijdsduur waarvoor het is ingesteld en door de dood of ondercuratelestelling van de betrokkene.
2
De kantonrechter kan, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat, het mentorschap opheffen op verzoek van de betrokkene, zijn mentor of het openbaar ministerie. De beschikking treedt in werking zodra zij in kracht van gewijsde is gegaan, tenzij zij een eerder tijdstip van ingang aanwijst.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.