Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Mediawet

 

Artikel 54
1
Op elk televisieprogrammanet wordt van de totale hoeveelheid zendtijd op het televisieprogrammanet van omroepinstellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep ten minste vijftig procent besteed aan programma-onderdelen die kunnen worden aangemerkt als Europese producties in de zin van artikel 6 van de Europese richtlijn.
2
Van de totale hoeveelheid zendtijd van omroepinstellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep wordt ten minste vijfentwintig procent besteed aan programma-onderdelen als bedoeld in het eerste lid, die kunnen worden aangemerkt als onafhankelijke producties. Op elk televisieprogrammanet wordt van de totale hoeveelheid zendtijd op het televisieprogrammanet van omroepinstellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep ten minste zeventieneneenhalf procent besteed aan programma-onderdelen als bedoeld in de vorige volzin. Als onafhankelijke producties worden aangemerkt programma-onderdelen die niet zijn geproduceerd door:
a
een instelling die zendtijd voor landelijke omroep heeft verkregen, of een andere instelling die een programma verzorgt;
b
een rechtspersoon waarin een instelling die een programma verzorgt, al dan niet door middel van een of meer van haar dochtermaatschappijen, een belang van meer dan vijfentwintig procent heeft;
c
een rechtspersoon waarin twee of meer instellingen die een programma verzorgen, al dan niet door middel van een of meer van hun onderscheidene dochtermaatschappijen, tezamen een belang van meer dan vijftig procent hebben; of
d
een vennootschap waarin een instelling die een programma verzorgt, dan wel een of meer van haar dochtermaatschappijen, als vennoot volledig jegens schuldeisers aansprakelijk is voor de schulden.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de toepassing van het tweede lid en kunnen regels worden gesteld op grond waarvan in andere dan de in het tweede lid, onderdelen a tot en met d, bedoelde gevallen programma-onderdelen worden aangemerkt als onafhankelijke producties.
4
Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende programma-onderdelen voor televisie buiten beschouwing gelaten:
a
programma-onderdelen, bestaande uit nieuws;
b
programma-onderdelen die betrekking hebben op sport;
c
programma-onderdelen die het karakter van een spel hebben, met uitzondering van programma-onderdelen van culturele of educatieve aard, die mede het karakter van een spel hebben;
d
het teletekstprogramma voor landelijke omroep.
5
Dit artikel is niet van toepassing op de zendtijd van de Stichting Etherreclame, overheidsinstellingen, kerkgenootschappen, genootschappen op geestelijke grondslag en politieke partijen.
6
Instellingen die zendtijd hebben verkregen voor regionale omroep, besteden ten minste vijftig procent van hun zendtijd aan programma-onderdelen die kunnen worden aangemerkt als Europese producties in de zin van artikel 6 van de Europese richtlijn. Instellingen die zendtijd hebben verkregen voor regionale omroep, besteden ten minste tien procent van hun zendtijd aan programma-onderdelen als bedoeld in de vorige volzin, die kunnen worden aangemerkt als onafhankelijke producties. Het tweede lid, derde volzin en onderdelen a tot en met d, en het derde tot en met vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
7
De raad van bestuur draagt, met inachtneming van het coördinatiereglement, bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, er zorg voor dat het gebruik van de zendtijd voldoet aan het bepaalde bij of krachtens het eerste tot en met vijfde lid.
8
Ten minste een derde deel van de programmaonderdelen, bedoeld in het tweede lid, eerste volzin, en het zesde lid, tweede volzin, is niet ouder dan vijf jaar.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •