Mediawet
Artikel 82i
1
De aanbieder van een omroepnetwerk zendt onverkort, ongewijzigd en gelijktijdig met de oorspronkelijke uitzending naar alle aangeslotenen op het omroepnetwerk ten minste vijftien televisieprogramma's voor algemene omroep en ten minste vijfentwintig radioprogramma's voor algemene omroep uit, waaronder in ieder geval:
a
de televisie- en radioprogramma's waarvoor zendtijd is verkregen voor landelijke omroep en die worden uitgezonden op de televisie- en radioprogrammanetten, bedoeld in artikel 40, eerste en derde lid;
b
het televisie- en radioprogramma, bedoeld in de artikelen 30, onderdeel b, en 51e, waarvoor zendtijd is verkregen voor regionale omroep dan wel waarvoor toestemming is verkregen als bedoeld in artikel 67, eerste lid, bestemd voor de provincie of deel van de provincie waarbinnen het omroepnetwerk zich bevindt;
c
het televisie- en radioprogramma, bedoeld in de artikelen 30, onderdeel b, en 51f, waarvoor zendtijd is verkregen voor lokale omroep, dan wel waarvoor toestemming is verkregen als bedoeld in artikel 66, eerste lid, bestemd voor de gemeente waarbinnen het omroepnetwerk zich bevindt;
d
twee televisieprogramma's en twee radioprogramma's van de Nederlandstalige landelijke Belgische omroepdienst.
2
Voor zover een instelling die zendtijd heeft verkregen voor lokale omroep andere programma's voor algemene omroep dan bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, verzorgt, die gericht zijn op specifieke bevolkings- en leeftijdsgroepen waaronder minderheden, zendt de aanbieder van een omroepnetwerk deze onverkort, ongewijzigd en gelijktijdig met de oorspronkelijke uitzending uit naar alle aangeslotenen op het omroepnetwerk, met dien verstande dat deze verplichting geldt voor uitzendingen op ten hoogste twee kanalen voor televisie en vijf kanalen voor radio. Op de volgens de vorige volzin doorgegeven programma's is artikel 51f, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van overeenkomstige toepassing.
3
Indien op eenzelfde kanaal van een omroepnetwerk niet gelijktijdig verschillende programma's voor algemene omroep worden uitgezonden, worden deze programma's voor de toepassing van het eerste lid als één programma aangemerkt.
4
Het is de aanbieder van een omroepnetwerk toegestaan naar een aangeslotene op het omroepnetwerk, op diens verzoek, minder dan vijftien televisieprogramma's voor algemene omroep en minder dan vijfentwintig radioprogramma's voor algemene omroep uit te zenden, mits ten minste de programma's genoemd in het eerste lid, onder a tot en met d, worden uitgezonden, en mits aan de desbetreffende aangeslotene een tarief in rekening wordt gebracht dat evenredig lager is dan het tarief dat in rekening wordt gebracht voor de ontvangst van het met inachtneming van het eerste lid uitgezonden aantal programma's. Het derde lid is daarbij van overeenkomstige toepassing.
5
Het Commissariaat voor de Media kan een aanbieder van een omroepnetwerk desgevraagd geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de verplichtingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, indien de kosten voor het onverkort nakomen van deze verplichtingen niet opwegen tegen het belang dat de aangeslotenen op het omroepnetwerk verzekerd zijn van de ontvangst van de programma's, bedoeld in het eerste en tweede lid.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.