Natuurbeschermingswet 1998
Artikel 18
1
Het beheersplan, bedoeld in artikel 17, wordt vastgesteld voor een tijdvak van ten hoogste zes jaren.
2
Het beheersplan wordt van rechtswege verlengd met een tijdvak gelijk aan het laatst verstreken tijdvak waarvoor het beheersplan werd vastgesteld.
3
Verlenging vindt niet van rechtswege plaats wanneer gedeputeerde staten, de eigenaar of de gebruiker uiterlijk vier weken voor het einde van het geldend beheersplan schriftelijk te kennen heeft gegeven dat verlenging niet wordt verlangd.
4
Gedeputeerde staten kunnen de kennisgeving slechts doen indien:
a
de eigenaar of de gebruiker de uit het beheersplan voortvloeiende verplichtingen in het afgelopen tijdvak niet of niet op de juiste wijze is nagekomen;
b
ongewijzigde verlenging van het beheersplan zou leiden tot een beheer dat naar hun oordeel het behoud, het herstel of de ontwikkeling van het natuurschoon of van de natuurwetenschappelijke betekenis van het natuurmonument onvoldoende waarborgt;
c
een andere zwaarwichtige reden bestaat om niet tot verlenging van het beheersplan over te gaan.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.