Rijkswet op het Nederlanderschap
Artikel 1
1
In deze Rijkswet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in zijn hoedanigheid van minister van het Koninkrijk;
b
meerderjarige: hij die de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt of voordien in het huwelijk is getreden;
c
moeder: de vrouw die het kind ter wereld heeft gebracht;
d
vader: de man tot wie het kind, anders dan door adoptie, in de eerste graad in opgaande lijn in familierechtelijke betrekking staat;
e
vreemdeling: hij die de Nederlandse nationaliteit niet bezit;
f
staatloze: een persoon die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd;
g
toelating: instemming door het bevoegd gezag met het bestendig verblijf van de vreemdeling in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba;
h
hoofdverblijf: de plaats waar een persoon zijn feitelijke woonstede heeft.
2
Behoudens voor de toepassing van artikel 15A, onder a, van deze rijkswet wordt mede verstaan onder:
a
echtgenoot: de partner in een in Nederland geregistreerd partnerschap alsmede de partner in een buiten Nederland geregistreerd partnerschap dat op grond van de artikelen 2 en 3 van de Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap wordt erkend, en
b
huwelijk: het in Nederland geregistreerd partnerschap alsmede het buiten Nederland geregistreerd partnerschap dat op grond van de artikelen 2 en 3 van de Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap wordt erkend.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.