
Spoorwegwet
Artikel 71
1
Een gerechtigde als bedoeld in artikel 57 of een andere belanghebbende kan de raad van bestuur NMa schriftelijk verzoeken om te onderzoeken of de beheerder, een spoorwegonderneming of een rechthebbende als bedoeld in artikel 67 of 95 de verzoeker oneerlijk heeft behandeld, heeft gediscrimineerd of anderszins heeft benadeeld als bedoeld in artikel 10, zevende lid, van richtlijn 91/440/EEG of artikel 30, tweede lid, van richtlijn 2001/14/EG.
2
Een partij bij een toegangsovereenkomst of een kaderovereenkomst als bedoeld in hoofdstuk 4 kan de raad van bestuur NMa schriftelijk verzoeken om een oordeel over het gedrag van de wederpartij.
3
De raad van bestuur NMa geeft zijn oordeel over de klacht uiterlijk twee maanden na ontvangst van de gegevens en bescheiden die voor zijn oordeel nodig zijn.
4
Indien de raad van bestuur NMa van oordeel is dat de klacht gegrond is, legt hij zo nodig een last onder dwangsom op.
5
Aan een last als bedoeld in het vierde lid kunnen voorschriften worden verbonden inzake het verstrekken van gegevens aan de raad van bestuur NMa. De artikelen 54a, 62, derde lid, en 65 van de Mededingingswet zijn van overeenkomstige toepassing.
6
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot ten behoeve van het onderzoek te verstrekken gegevens en bescheiden, alsmede met betrekking tot de termijnen voor het verstrekken van de gegevens en bescheiden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.