Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Tijdelijke wet huurkoop onroerende zaken

 

Artikel 5
1
Overdracht van het in huurkoop verkochte goed, voor zover deze niet voortvloeit uit een reeds eerder ingeschreven akte van huurkoop, of bezwaring daarvan na een inschrijving als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, b of d, werkt niet ten nadele van de huurkoper, tenzij de overdracht plaatsvindt ten gevolge van een executoriale verkoop door een hypotheekhouder of beslaglegger die hun recht daartoe ontlenen aan een hypotheekakte of proces-verbaal van inbeslagneming, ingeschreven in de openbare registers vóór de in artikel 4, eerste lid, onder a, b of d, genoemde inschrijving. Indien de in artikel 4, eerste lid, onder a, b of d, genoemde inschrijving plaatsvindt na de in het tweede gedeelte van de vorige zin genoemde inschrijving, is de huurkoper verplicht de betreffende schuldeisers en eventuele andere beslagleggers bij aangetekend schrijven onverwijld daarvan kennis te geven. Is door die schuldeisers reeds een aanvang gemaakt met de executoriale verkoop en is daartegen verzet gedaan, dan moet eveneens kennisgeving worden gedaan aan de opposant. Artikel 505, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing.
2
Ingeval van een executoriale verkoop als bedoeld in het vorige lid, is de huurkoper voor de door hem in mindering op de huurkoopsom betaalde bedragen bevoorrecht op hetgeen het verbonden of in beslag genomen goed bij uitwinning meer opbrengt dan verschuldigd is aan voornoemde schuldeisers of, indien niet het gehele goed in huurkoop is verkocht, op een zodanig percentage van deze meeropbrengst als waarin de waarde van het in huurkoop verkochte onderdeel zich verhoudt tot die van het geheel. Dit voorrecht komt dezelfde rang toe als een hypotheek en wordt geacht te zijn ontstaan op de dag van de in artikel 4, eerste lid, onder a, b of d, genoemde inschrijving. Indien uit de huurkoopakte niet duidelijk blijkt welk gedeelte van de periodiek door de huurkoper verschuldigde bedragen voor aflossing van de huurkoopsom is bestemd en artikel 2, vierde lid geen toepassing heeft gevonden, wordt het bedrag waarvoor de huurkoper voormeld voorrecht kan doen gelden door de rechter vastgesteld door het totaal bedrag van de door de huurkoper verrichte betalingen te verminderen met een naar billijkheid vast te stellen vergoeding voor het gedurende de contractsperiode door de huurkoper gemaakte gebruik van het pand.
3
Faillissement van de huurverkoper of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, uitgesproken onderscheidenlijk van toepassing verklaard na de in artikel 4, eerste lid, onder a, b of d, genoemde inschrijving, werkt niet ten nadele van de huurkoper, onverminderd de toepasselijkheid van de artikelen 42 en 43 van de Faillissementswet op de huurovereenkomst.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •