Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet Infrastructuurfonds

 

Artikel 4
1
Jaarlijks biedt Onze Minister gelijktijdig met de begroting voor het nieuwe jaar een Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport aan de Staten-Generaal aan.
2
De verdeling van de middelen van het fonds ten behoeve van het verkeer en vervoer over afzonderlijke projecten, projectpakketten of beleidsterreinen wordt, zo gedetailleerd als redelijkerwijze mogelijk is, aangegeven in het meerjarenprogramma voor een periode van vijf jaar. Tevens wordt indicatief en geaggregeerd aangegeven welke groepen van projecten of beleidsterreinen in welke mate in de daaropvolgende tien jaar voor financiering en bekostiging uit het fonds in aanmerking komen en welke middelen daarvoor vermoedelijk beschikbaar zijn bij ongewijzigd beleid.
3
Het meerjarenprogramma maakt zichtbaar in welke mate in ieder geval de infrastructurele doelstellingen van het vigerende Structuurschema Verkeer en Vervoer naderbij worden gebracht.
4
Het meerjarenprogramma verschaft informatie over de uitgaven via de rijksbegroting die worden gedaan om de infrastructuur ten behoeve van het verkeer en vervoer zijn functie te kunnen laten vervullen. Het maakt tevens zichtbaar welk verband er ten dienste van een doelmatige benutting van infrastructuur ten behoeve van het verkeer en vervoer bestaat tussen de via het fonds gefinancierde en bekostigde uitgaven en de daaruit voortvloeiende uitgaven via andere hoofdstukken van de rijksbegroting, waaronder de exploitatiesubsidies openbaar vervoer.
5
Het meerjarenprogramma bevat een verslag van de werking van het fonds in het voorafgaande jaar, voor zover het betreft infrastructuur ten behoeve van het verkeer en vervoer.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •