Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 34 Voorlopige toelating
1
In afwijking van artikel 28 besluit het college tot voorlopige toelating van een gewasbeschermingsmiddel dat een werkzame stof bevat die niet is vermeld in bijlage I bij richtlijn 91/414/EEG en die op 26 juli 1993 nog niet in een lidstaat van de Europese Unie op de markt was en daarmee niet ingevolge een communautaire maatregel is gelijkgesteld, indien:
a
de werkzame stof naar het oordeel van het college voldoet aan de voorwaarden om in bijlage I bij richtlijn 91/414/EEG geplaatst te mogen worden en
b
het gewasbeschermingsmiddel naar het oordeel van het college voldoet aan het gestelde bij of krachtens artikel 28, eerste lid, onderdelen b tot en met f, alsmede het krachtens het tweede, derde en vijfde lid van dat artikel bepaalde.
2
Een toelating als bedoeld in het eerste lid geldt in afwijking van artikel 28, vierde lid, voor een termijn van maximaal drie jaar.
3
Het college doet onverwijld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de andere lidstaten een kennisgeving van de beoordeling van het dossier en de toelatingsvoorwaarden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.