Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 40 Tijdelijk beperken of verbieden
1
Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, die een gewasbeschermingsmiddel op de markt brengt dat is toegelaten, of waarvoor een vrijstelling is verstrekt, is verplicht het college onmiddellijk op de hoogte te stellen van alle nieuwe gegevens betreffende mogelijk gevaarlijke gevolgen van het gewasbeschermingsmiddel of de residuen daarvan voor de gezondheid van mens, dier of het milieu.
2
De in het eerste lid genoemde plicht tot verstrekken van gegevens richt zich eveneens tot andere aanvragers als bedoeld in artikel 24, eerste lid.
3
Het college kan ambtshalve het op de markt brengen, binnen Nederland brengen, op voorraad hebben, voorhanden hebben of gebruiken van een gewasbeschermingsmiddel tijdelijk beperken of verbieden indien er gegronde redenen zijn om te oordelen dat een toegelaten gewasbeschermingsmiddel gevaar oplevert voor de gezondheid van mens of dier dan wel onaanvaardbare effecten heeft op het milieu.
4
Het college brengt onverwijld:
a
Onze Minister,
b
de Commissie van de Europese Gemeenschappen, en
c
andere lidstaten van de Europese Unie, op de hoogte van nieuwe gegevens als bedoeld in het eerste lid, alsmede een beperking of een verbod als bedoeld in het derde lid.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.