Wet inkomstenbelasting 2001
Artikel 3.139 Negatieve persoonsgebonden aftrek
Als negatieve persoonsgebonden aftrek van een belastingplichtige wordt in aanmerking genomen:
a
hetgeen door hem is ontvangen als teruggave van of nagekomen betaling ter zake van onderhoudsverplichtingen die op grond van afdeling 6.2 in aanmerking zijn genomen;
b
hetgeen door hem is ontvangen als nagekomen schuldaflossing op een geldlening ter zake waarvan verliezen op grond van afdeling 6.3 in aanmerking zijn genomen, ten hoogste tot het bedrag van verliezen die in aftrek zijn gekomen;
c
hetgeen door hem is ontvangen als teruggave van of nagekomen betaling ter zake van buitengewone uitgaven die op grond van afdeling 6.5 in aanmerking zijn genomen, ten hoogste tot het bedrag van de uitgaven die in aftrek zijn gekomen;
d
hetgeen door hem is ontvangen als teruggave van of nagekomen betaling ter zake van scholingsuitgaven die op grond van afdeling 6.7 in aanmerking zijn genomen, ten hoogste tot het bedrag van de uitgaven die in aftrek zijn gekomen en
e
hetgeen door hem is ontvangen als nagekomen betaling ter zake van uitgaven voor monumentenpanden die op grond van afdeling 6.8 in aanmerking zijn genomen, ten hoogste tot het bedrag van de uitgaven die in aftrek zijn gekomen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.