Wet luchtvaart
Artikel 2.11
1
Het is de houder van een bewijs van bevoegdheid of bewijs van gelijkstelling verboden werkzaamheden, tot het verrichten waarvan dat bewijs de bevoegdheid geeft, te verrichten wanneer de houder daardoor in verband met zijn lichamelijke of geestelijke gesteldheid de veiligheid van het luchtverkeer in gevaar brengt of in gevaar kan brengen.
2
Onverminderd het eerste lid is het verboden luchtverkeersdiensten te verlenen dan wel een grondstation of een mobiel station als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, te bedienen, terwijl degene, die luchtverkeersdiensten verleent dan wel een grondstation of een mobiel station bedient, verkeert onder zodanige invloed van een stof, waarvan hij weet of redelijkerwijze moet weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de vaardigheid voor het verlenen van luchtverkeersdiensten of het bedienen van een grondstation of een mobiel station kan verminderen, dat hij niet in staat moet worden geacht zulks naar behoren te verrichten.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.