Wet luchtvaart
Artikel 3.16
1
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat kan op aanvraag van de houder een bewijs van luchtwaardigheid voor een burgerluchtvaartuig wijzigen, nadat hij het bewijs van luchtwaardigheid bij Onze Minister van Verkeer en Waterstaat daartoe heeft ingeleverd.
2
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat wijzigt een bewijs van luchtwaardigheid voor een burgerluchtvaartuig ambtshalve, indien aan het betrokken burgerluchtvaartuig veranderingen zijn aangebracht, die de gegevens als vermeld op het bewijs van luchtwaardigheid beïnvloeden.
3
In de gevallen, bedoeld in het tweede lid, levert de houder van het betrokken burgerluchtvaartuig op eerste vordering van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, terstond het betrokken bewijs ?van luchtwaardigheid bij Onze Minister? van Verkeer en Waterstaat ter wijziging in.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.