Wet medezeggenschap onderwijs 1992
Artikel 11 Regels wijze besluitvorming
1
Een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 7 onder c, en artikel 28, zesde lid, onder a, wordt niet genomen dan na afweging van in elk geval de onderwijskundige, de personele en de materiële belangen van de school of scholen, welke afweging schriftelijk in de motivering van het besluit tot uitdrukking wordt gebracht.
2
Een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 8, eerste lid onder b, g, h en i, wordt genomen met inachtneming van in elk geval de besluiten tot vaststelling van het schoolplan, de hoofdlijnen van de bestemming van de financiële middelen en het organisatiebeleid van de school.
3
Een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 8, eerste lid onder c, wordt genomen met inachtneming van in elk geval de onderwijskundige doelstellingen van de school en de vormgeving van het onderwijs zoals neergelegd in het schoolplan.
4
Een besluit met betrekking tot de aangelegenheden waarnaar wordt verwezen in artikel 8, eerste lid onder a, dan wel in artikel 9 onder a, wordt niet ten uitvoer gelegd voordat een definitief besluit is genomen over de regeling van de gevolgen van dat besluit voor het personeel, dan wel voor de ouders of leerlingen als bedoeld in artikel 8, eerste lid onder a, respectievelijk 9 onder a, tenzij dringende redenen in het belang van de school een eerdere tenuitvoerlegging noodzakelijk maken.
5
Een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 7, onderdeel s, en 9, onderdeel h, wordt niet genomen dan na raadpleging van de ouders.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.