Wet oorlogsstrafrecht
Artikel 21
Op de rechtspleging bij de bijzondere rechtbanken en bij het Bijzondere Hooggerechtshof zijn de bepalingen van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing, indien en voor zover van die bepalingen niet in deze wet wordt afgeweken, met dien verstande dat:
1
hetgeen daarin omtrent de rechtbank, derzelver voorzitter, de rechters, de rechter-commissaris, de officier van justitie en de griffier bij de rechtbank is bepaald, te dezen geldt voor de bijzondere rechtbank en de ambtsdragers bij dit college;
2
hetgeen daarin omtrent de Hoge Raad, deszelfs voorzitter en leden, de procureur-generaal en de griffier van de Hoge Raad is bepaald, te dezen geldt voor het Bijzondere Hooggerechtshof en de ambtsdragers bij dit Hof;
3
hetgeen daarin met betrekking tot de rechtbank of het gerechtshof en de leden der rechterlijke macht bij een dezer gerechten is bepaald, te dezen buiten toepassing blijft.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.