
Wet op de Raad van State
Artikel 2 
1
 De vermoedelijke opvolger van de Koning heeft, nadat zijn achttiende jaar is vervuld, van rechtswege zitting in de Raad. 
2
  De Koning kan ook andere leden van het koninklijk huis wanneer zij meerderjarig zijn zitting in de Raad verlenen. 
3
  De leden van het koninklijk huis, die zitting in de Raad hebben, kunnen aan de beraadslagingen deelnemen, doch onthouden zich van stemmen. 
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
 - Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
 

