Wet op de jeugdzorg
Artikel 106
1
Stichtingen stellen uiterlijk zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 58, tweede lid, een regeling vast als bedoeld in dat artikellid.
2
Stichtingen treffen uiterlijk drie maanden nadat de in het eerste lid bedoelde regeling is vastgesteld, de voorzieningen die op grond van die regeling noodzakelijk zijn voor de benoeming van de leden van de cliëntenraad.
3
De artikelen 59 en 60 blijven buiten toepassing met betrekking tot besluiten, genomen vóór de datum van benoeming van de leden van de cliëntenraad.
4
De statuten van de stichting zijn uiterlijk zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 63 in overeenstemming met dat artikel.
5
Stichtingen treffen de in artikel 68 bedoelde regeling binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dat artikel.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.