Wet op de jeugdzorg
Artikel 34
1
Onze Ministers stellen eenmaal in de vier jaar vóór de indiening van de begroting van het Rijk een landelijk beleidskader jeugdzorg voor de komende vier kalenderjaren vast.
2
Het landelijke beleidskader bevat de uitgangspunten voor het door de provinciebesturen te voeren beleid, alsmede een raming van de bedragen die het Rijk voornemens is aan de onderscheiden provincies te verstrekken ten behoeve van de subsidiëring van de stichting en van de jeugdzorg waarop ingevolge deze wet aanspraak bestaat.
3
Ten behoeve van de samenhang binnen de jeugdzorg, bevat het landelijke beleidskader voorts een overzicht van de wijze waarop:
a
de gemeenten voornemens zijn te voorzien in de behoefte aan jeugdzorg, niet zijnde jeugdzorg waarop ingevolge deze wet aanspraak bestaat;
b
de zorgverzekeraars voornemens zijn te voorzien in de behoefte aan zorg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder b en c;
c
Onze Minister van Justitie voornemens is te voorzien in de behoefte aan jeugdzorg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder d.
4
Bij de vaststelling van het landelijke beleidskader wordt rekening gehouden met het door de provinciebesturen in de voorafgaande jaren gevoerde beleid, zoals dit blijkt uit de uitvoeringsprogramma's.
5
Het landelijke beleidskader wordt gezonden aan de provinciebesturen en aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
6
Jaarlijks bezien Onze Ministers in hoeverre het landelijke beleidskader bijstelling behoeft.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.