Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990
Artikel 17
1
Bij de oplegging van de maatregelen, vermeld in artikel 16, eerste lid, onder c, d en e, kan worden bevolen dat daaraan geheel of voor een bepaald gedeelte geen uitvoering zal worden gegeven, tenzij bij latere beslissing anders mocht worden gelast op grond dat de betrokkene voor het einde van een bij het bevel te bepalen proeftijd van ten hoogste drie jaren zich heeft schuldig gemaakt aan een gedraging, bedoeld in artikel 14, onderscheidenlijk in artikel 15, dan wel gedurende die proeftijd een bijzondere voorwaarde, welke in de beslissing mocht zijn gesteld, niet heeft nageleefd.
2
Bij de beslissing bedoeld in het eerste lid kan als bijzondere voorwaarde worden gesteld dat de betrokken dierenarts, para-veterinair, dierverloskundige of kastreur de door zijn gedraging veroorzaakte schade geheel of tot een bij de beslissing te bepalen gedeelte binnen een daarbij te stellen termijn, korter dan de proeftijd, vergoedt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.