Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990
Artikel 24
1
Zij die deel uitmaken van het veterinair tuchtcollege en hun plaatsvervangers mogen zich noch direct noch indirect over enige aangelegenheid, welke door hen behandeld wordt of waarvan zij weten of vermoeden dat deze door hen behandeld zal worden, in enig bijzonder onderhoud of gesprek inlaten met partijen of hun raadslieden of gemachtigden, noch daarover enige bijzondere inlichting of schriftelijk stuk aannemen.
2
Het is hun die deel uitmaken van het veterinair tuchtcollege, en hun plaatsvervangers verboden hetgeen zij als zodang te weten zijn gekomen verder bekend te maken dan voor de uitoefening van hun functie gevorderd wordt. De verplichting tot geheimhouding geldt niet tegenover ambtenaren van politie of justitie, voor zover mededeling aan hen op grond van een wettelijk voorschrift is vereist.
3
Zij die deel uitmaken van het veterinair tuchtcollege en hun plaatsvervangers zijn verplicht het geheim te bewaren omtrent de gevoelens die in de raadkamer over aanhangige zaken zijn geuit.
4
Het bepaalde in het tweede en derde lid geldt ook voor de secretaris van het veterinair tuchtcollege en zijn plaatsvervanger.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.