Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990
Artikel 38
1
Het veterinair beroepscollege houdt zitting in een samenstelling bestaande uit vijf leden, te weten de drie rechtsgeleerden waaronder de voorzitter, alsmede:
a
indien de klacht gericht is tegen een dierenarts: twee dierenartsen;
b
indien de klacht gericht is tegen een para-veterinair: een para-veterinair en een dierenarts;
c
indien de klacht gericht is tegen een dierverloskundige: een dierverloskundige en een dierenarts;
d
indien een klacht gericht is tegen een kastreur: een kastreur en een dierenarts.
2
Bij ontstentenis van benoemde dierverloskundigen of kastreurs, kunnen dierenartsen zitting nemen in plaats van een dierverloskundige onderscheidenlijk een kastreur.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.