Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 10.10 College van bestuur
1
Het college van bestuur bestaat uit ten hoogste drie leden, waarvan er een wordt benoemd tot voorzitter. De voorzitter en de andere leden worden door Onze minister benoemd, geschorst en ontslagen, de bestuursraad gehoord. Bij de benoeming wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van de zetels over mannen en vrouwen. De benoeming geschiedt voor een door Onze minister te bepalen termijn.
2
De voorzitter en de andere leden kunnen tussentijds worden ontslagen. Dat ontslag geschiedt niet dan nadat Onze minister de bestuursraad en het college van bestuur heeft gehoord. Met het einde van de maand waarin betrokkene de voor de openbare dienst geldende functionele leeftijdsgrens heeft bereikt, wordt hem, behoudens in zeer bijzondere gevallen, eervol ontslag verleend.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels vastgesteld omtrent de rechtspositie van de voorzitter en de andere leden van het college van bestuur.
4
De voorzitter van het college van bestuur vertegenwoordigt de hogeschool in en buiten rechte.
5
Het college van bestuur verstrekt de bestuursraad de gevraagde inlichtingen omtrent zijn handelingen. Het verstrekt Onze minister de gevraagde inlichtingen omtrent de hogeschool.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.