Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 11.2 Samenstelling college van bestuur; rechtspositie leden
1
Het college van bestuur bestaat uit ten hoogste drie leden, waaronder de voorzitter.
2
De leden van het college van bestuur worden door de raad van toezicht benoemd, geschorst en ontslagen. Bij de benoeming wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van de zetels over mannen en vrouwen. De benoeming geschiedt voor een door de raad van toezicht te bepalen termijn. Met het einde van de maand waarin een lid van het college van bestuur de voor de openbare dienst geldende functionele leeftijdsgrens heeft bereikt, wordt hem eervol ontslag verleend.
3
Alvorens tot benoeming of ontslag van een lid van het college van bestuur over te gaan, hoort de raad van toezicht vertrouwelijk de ondernemingsraad van de Open Universiteit en de studentenraad, bedoeld in artikel 11.13, over het voorgenomen besluit tot benoeming of ontslag. Het horen geschiedt op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.
4
Een lid van het college van bestuur kan om gewichtige redenen tussentijds worden ontslagen.
5
Indien het college van bestuur slechts uit de voorzitter bestaat, regelt de raad van toezicht de vervanging van de voorzitter bij diens afwezigheid of ontstentenis.
6
Een lid van het college van bestuur kan niet tevens lid zijn van een ander bestuursorgaan van de Open Universiteit.
7
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de rechtspositie van de voorzitter en de andere leden van het college van bestuur.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.