Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

 

Artikel 16.14 Doctoraten Internationaal Instituut voor Sociale Studiën
1
Aan het Internationaal Instituut voor Sociale Studiën te ?s-Gravenhage kan het doctoraat worden verkregen op grond van de promotie. Tot de promotie heeft toegang ieder die met goed gevolg het afsluitend examen verbonden aan een opleiding in het derde lid, heeft afgelegd, dan wel aan wie op grond van artikel 7.10a, eerste, tweede of derde lid, de graad Master is verleend, onverminderd het tweede lid.
2
De artikelen 1.12, vijfde lid, 1.18, eerste lid, eerste en tweede volzin, en tweede lid, 7.18, tweede lid, aanhef en onder b en c, derde, vierde en vijfde lid, 7.19 en 7.22 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat van het college voor promoties een of meer hoogleraren van een in de bijlage van deze wet onder a of b opgenomen universiteit deel uitmaken.
3
Onze minister besluit op grond van welke opleidingen, verzorgd door het Internationaal Instituut voor Sociale Studiën, toegang tot de promotie kan worden verkregen. Het besluit wordt niet genomen dan nadat ten genoegen van Onze minister door het instellingsbestuur het bewijs is geleverd van voldoende kwaliteit van de desbetreffende onderwijsactiviteiten alsmede het bewijs dat wordt voldaan aan het tweede lid.
4
Onze minister kan een besluit als bedoeld in het derde lid intrekken, indien gebleken is dat de kwaliteit van de desbetreffende onderwijsactiviteiten gedurende een reeks van jaren onvoldoende is geweest dan wel niet of niet meer voldaan wordt aan het tweede lid.
5
Indien Onze minister voornemens is toepassing te geven aan het vierde lid, geeft hij een waarschuwing aan het instellingsbestuur, onder bepaling van een termijn waarbinnen aan die waarschuwing gevolg moet zijn gegeven en desgewenst overleg met hem dienaangaande kan plaatsvinden. De termijn waarbinnen aan de waarschuwing gevolg moet zijn gegeven, bedraagt ten minste drie maanden. Bij zijn besluit tot intrekking bepaalt Onze minister het tijdstip waarop de intrekking van kracht wordt, zodanig dat degenen die de voorbereiding van de promotie reeds ter hand hebben genomen, binnen redelijke termijn het doctoraat kunnen verkrijgen.
6
De werking van het besluit van Onze minister, bedoeld in het vierde lid, wordt opgeschort, totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •