Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 7.57a Algemeen
1
De eerste inschrijving van een student voor de propedeutische fase van een opleiding, verbonden aan een universiteit of een hogeschool, waarvoor op grond van paragraaf 4 van deze titel een toelatingsbeperking van kracht is, geschiedt slechts met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze paragraaf, onverminderd het bepaalde bij of krachtens titel 2 van dit hoofdstuk.
2
De inschrijving geschiedt niet dan na overlegging van een door de Informatie Beheer Groep afgegeven bewijs van toelating, tenzij bij of krachtens deze paragraaf anders is bepaald.
3
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
a
selectieprocedure: de procedure, beschreven in de artikelen 7.57b tot en met 7.57e;
b
lotingsprocedure: de procedure, beschreven in de artikelen 7.57b, eerste lid, tweede lid, aanhef en onder b tot en met e, derde en vierde lid, en 7.57c, tweede en derde lid;
c
opleiding: een bacheloropleiding;
d
propedeutische fase: de propedeutische fase of, indien die fase niet is ingesteld, de eerste periode in een bacheloropleiding met een studielast van 60 studiepunten.
4
Bij ministeriƫle regeling worden voorschriften vastgesteld in verband met de afgifte en de geldigheidsduur van het bewijs van toelating.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.