
Wet publieke gezondheid
Artikel 31
1
De burgemeester kan een persoon onverwijld ter isolatie in een ziekenhuis doen opnemen, indien:
a
1? hij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de betrokkene lijdt aan een infectieziekte behorend tot groep A,
2? ten aanzien van de betrokkene de melding ingevolge artikel 22, derde lid, heeft plaatsgevonden, of
3? de betrokkene lijdt aan een infectieziekte behorend tot groep A of B1,
b
ernstig gevaar voor de volksgezondheid bestaat door verspreiding van die infectieziekte,
c
dit gevaar niet op andere wijze effectief kan worden afgewend, en
d
de betrokkene niet tot opneming ter isolatie bereid is.
2
De burgemeester kan een ter isolatie opgenomen persoon door een arts doen onderzoeken indien:
a
ten gevolge van de infectieziekte onmiddellijk gevaar dreigt voor de gezondheid van derden,
b
de aard en de omvang van dit gevaar niet op andere wijze dan door onderzoek kunnen worden vastgesteld,
c
de uitkomst van het onderzoek noodzakelijk is om dit gevaar effectief te kunnen afwenden, en
d
de betrokkene niet bereid is het onderzoek te ondergaan.
3
De burgemeester kan een ter isolatie opgenomen persoon door een arts in het lichaam doen onderzoeken indien aan de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, is voldaan en de rechter daartoe een machtiging heeft verleend.
4
Het onderzoek, bedoeld in het tweede en derde lid, omvat niet meer dan nodig is ter afwending van het gevaar voor derden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.