Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 190
1
Met inachtneming van de termijn die krachtens artikel 188 door de rechter is bepaald, zendt de verzoeker, indien de wederpartij bekend is, haar bij aangetekende brief een afschrift van het verzoekschrift, indien dit nog niet is toegezonden, en van de beschikking van de rechter, of doet hij haar deze afschriften betekenen. Alvorens tot het houden van het voorlopig getuigenverhoor over te gaan, vergewist de rechter zich ervan dat aan dit voorschrift is voldaan.
2
Verschijnt de wederpartij bij het verhoor ter terechtzitting, dan bepaalt de rechter na afloop daarvan op haar verzoek de plaats waar en het tijdstip waarop het voorlopig getuigenverhoor voor tegenbewijs kan plaatshebben.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BD2455, Eerste aanleg - meervoudig, AWB 06/5967 IB/PVV
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
01-04-2008
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank 's-GravenhageNavordering inkomstenbelasting 1998. Bemiddelingsprovisie van ca. fl. 400.000 van Duitse opdrachtgever uitbetaald op Zwitserse bankrekening. Eiser erkent in elk geval ca. fl .200.000 niet hebben aangegeven. Hij heeft daarom niet de vereiste aangifte gedaan, zodat de omkering van de bewijslast geldt. Eiser toont niet overtuigend aan dat de resterende fl...