Wetboek van Strafrecht
Artikel 22d
1
In het vonnis waarbij taakstraf wordt opgelegd, beveelt de rechter, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast.
2
De duur van de vervangende hechtenis wordt in gehele dagen, weken of maanden vastgesteld.
3
De vervangende hechtenis beloopt ten minste één dag en ten hoogste acht maanden. Voor elke twee uren van de taakstraf wordt niet meer dan één dag opgelegd.
4
Wanneer een gedeelte van de te verrichten taakstraf is voldaan, vermindert de duur van de vervangende hechtenis naar evenredigheid. Heeft deze vermindering tot gevolg dat voor een gedeelte van een dag vervangende hechtenis zou moeten worden ondergaan, dan vindt afronding naar boven plaats tot het naaste aantal gehele dagen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.