Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en Wet op het voortgezet onderwijs in verband met het vervoer van leerlingen

 

Artikel V
1
Op een leerling als bedoeld in artikel 4, dertiende lid, van de Wet op het primair onderwijs of artikel 4, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs voor wie in het schooljaar 2001/2002 krachtens de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten ten behoeve van het vervoer naar en van school een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening, deel uitmakend van of samenhangend met een leefvervoersvoorziening, werd verstrekt, blijven voor het vervoer naar en van de school die deze leerling in het schooljaar 2001/2002 bezocht, de regelingen op grond van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten van toepassing.
2
Op een leerling als bedoeld in artikel 4, dertiende lid, van de Wet op het primair onderwijs of artikel 4, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs voor wie in het schooljaar 2001/2002 krachtens de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten ten behoeve van het vervoer naar en van school een voorziening in de vorm van een bruikleenauto werd verstrekt en op wie het eerste lid niet of niet langer van toepassing is omdat hij een andere school bezoekt dan de school die hij in het schooljaar 2001/2002 bezocht, blijven voor het vervoer naar en van school de regelingen op grond van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten van toepassing voor een periode die overeenkomt met de resterende looptijd van de overeenkomst in bruikleen dan wel, indien de gebruiksduur van de auto korter is dan de resterende looptijd van de overeenkomst, de resterende gebruiksduur.
3
Aan het Uitvoeringsinsituut werknemersverzekeringen dat op grond van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten aan een leerling als bedoeld in artikel 4, dertiende lid, van de Wet op het primair onderwijs, dan wel aan zijn ouders, ten behoeve van het vervoer naar en van school een voorziening als bedoeld in het eerste of tweede lid verstrekt dan wel heeft verstrekt, vergoeden burgemeester en wethouders het bedrag dat zij aan de ouders van de in de gemeente verblijvende leerling zouden hebben vergoed, indien artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs op het vervoer van de leerling van toepassing zou zijn geweest.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •