Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Arbeidstijdenwet

 

Artikel 10 2
Als beboetbaar feit wordt aangemerkt het niet naleven van de artikelen 3:2, eerste en vierde lid, 3:3, tweede lid, 3:4, 3:5, eerste lid, 4:1, zesde lid, 4:3, eerste lid, 4:6, 5:3, eerste en tweede lid, 5:4, eerste lid, 5:5, eerste en tweede lid, 5:7, eerste en tweede lid, 5:8, eerste tot en met vijfde lid, zevende en negende lid, 5:9, eerste tot en met zevende lid, 5:14, derde lid, 5:15, zevende lid, 5:16, eerste lid, voor zover het niet naleven van dit artikellid een beboetbaar feit oplevert, 8:6, tweede lid, alsmede - voor zover aangeduid als beboetbare feiten - de voorschriften krachtens de artikelen 2:7, eerste lid, 4:3, tweede tot en met vierde lid, 5:12, eerste en tweede lid, 8:1, vijfde lid, en 9:2, eerste lid, ten aanzien van het gebruik van middelen ten behoeve van het installeren, onderzoeken of herstellen van een apparaat als bedoeld in artikel 9:1, eerste lid.
Aanduiding pleger beboetbaar feit

Artikel 10 2
1
Beboetbare feiten kunnen worden begaan door natuurlijke personen en rechtspersonen.
2
Indien een beboetbaar feit wordt begaan door een rechtspersoon, kan de boete worden opgelegd aan:
1
de rechtspersoon, of
2
degene die opdracht heeft gegeven tot een handelen of nalaten waardoor de verplichtingen die voortvloeien uit deze wet of de daarop berustende bepalingen niet zijn nageleefd alsmede tegen hem die feitelijke leiding heeft gegeven aan die gedraging, of
3
de onder 1° en 2° genoemde tezamen.
3
Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt met een rechtspersoon gelijkgesteld:
1
de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid,
2
de maatschap,
3
de rederij en
4
het doelvermogen.
10.2
Het boeterapport
Boeterapport

Artikel 10 3
1
Indien een toezichthouder constateert, dat een beboetbaar feit is begaan, maakt hij daarvan zo spoedig mogelijk een rapport op.
2
Het rapport is gedagtekend en vermeldt in ieder geval:
a
de naam van degene die het beboetbare feit heeft gepleegd;
b
de aard van het beboetbare feit onder vermelding van het wettelijke voorschrift dat niet is nageleefd;
c
de aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop het beboetbare feit is begaan;
d
de bij het beboetbare feit betrokken persoon of personen;
e
de natuurlijke of rechtspersoon op wie de verplichting rust tot naleving van het beboetbare wettelijke voorschrift;
f
het officiële nummer waaronder het betreffende vervoermiddel is geregistreerd, voor zover in verband met het beboetbare feit van belang.
3
Indien de toezichthouder, bedoeld in het eerste lid, jegens de in het tweede lid, onderdeel e, bedoelde persoon een handeling verricht waaraan deze in redelijkheid de gevolgtrekking kan verbinden dat jegens hem wegens het begaan van een beboetbaar feit een rapport als bedoeld in het eerste lid zal worden opgemaakt, is die persoon niet langer verplicht terzake enige verklaring af te leggen. De in de eerste volzin bedoelde persoon wordt hiervan in kennis gesteld alvorens hem mondeling om informatie wordt gevraagd.
4
Het rapport wordt toegezonden aan de op grond van artikel 10:5, eerste en tweede lid, aangewezen ambtenaar.
5
Gelijktijdig met de toezending, bedoeld in het vierde lid, wordt het rapport in afschrift toegezonden of uitgereikt aan de persoon, bedoeld in het tweede lid, onderdeel e.
6
Indien de in het vijfde lid bedoelde persoon het rapport wegens zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse taal onvoldoende begrijpt, zorgt de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, er zoveel mogelijk voor dat de in het rapport vermelde informatie aan hem wordt medegedeeld in een voor hem begrijpelijke taal.
10.3
Oplegging van de boete
Kennisgeving boete oplegging

Artikel 10 9
1
De bevoegdheid om een boete op te leggen vervalt na verloop van 2 jaren na de dag waarop het beboetbare feit is geconstateerd.
2
De beslissing om een boete op te leggen stuit de in het eerste lid bedoelde termijn.
3
De beschikking wordt gegeven binnen 13 weken na dagtekening van het boeterapport, bedoeld in artikel 10:3.
Het opleggen van de boete

Artikel 10 9
1
De bevoegdheid om een boete op te leggen vervalt na verloop van 2 jaren na de dag waarop het beboetbare feit is geconstateerd.
2
De beslissing om een boete op te leggen stuit de in het eerste lid bedoelde termijn.
3
De beschikking wordt gegeven binnen 13 weken na dagtekening van het boeterapport, bedoeld in artikel 10:3.
4
Indien de in het tweede lid, onderdeel d, bedoelde persoon die de inhoud van de beschikking wegens zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse taal onvoldoende begrijpt, zorgt de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, er zoveel mogelijk voor dat de in die beschikking vermelde informatie aan hem wordt medegedeeld in een voor hem begrijpelijke taal.
Geen oplegging van de boete

Artikel 10 9
1
De bevoegdheid om een boete op te leggen vervalt na verloop van 2 jaren na de dag waarop het beboetbare feit is geconstateerd.
2
De beslissing om een boete op te leggen stuit de in het eerste lid bedoelde termijn.
De hoogte van de boete

Artikel 10 9
1
De bevoegdheid om een boete op te leggen vervalt na verloop van 2 jaren na de dag waarop het beboetbare feit is geconstateerd.
a
een natuurlijke persoon, gelijk aan de geldsom van ten hoogste € 11 250,
b
een rechtspersoon, gelijk aan de geldsom van ten hoogste € 45 000.
2
De beslissing om een boete op te leggen stuit de in het eerste lid bedoelde termijn.
3
De beschikking wordt gegeven binnen 13 weken na dagtekening van het boeterapport, bedoeld in artikel 10:3.
4
Indien de in het tweede lid, onderdeel d, bedoelde persoon die de inhoud van de beschikking wegens zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse taal onvoldoende begrijpt, zorgt de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, er zoveel mogelijk voor dat de in die beschikking vermelde informatie aan hem wordt medegedeeld in een voor hem begrijpelijke taal.
De boetebeschikking

Artikel 10 9
1
De bevoegdheid om een boete op te leggen vervalt na verloop van 2 jaren na de dag waarop het beboetbare feit is geconstateerd.
2
De beslissing om een boete op te leggen stuit de in het eerste lid bedoelde termijn.
a
de hoogte van de boete;
b
het beboetbare feit ter zake waarvan de boete opgelegd wordt;
c
de bij het beboetbare feit betrokken persoon of personen;
d
degene op wie de verplichting rust tot naleving van deze wet en de daarop berustende bepalingen, voor zover deze zijn aangeduid als beboetbare feiten.
e
de termijn waarbinnen de boete moet worden betaald.
3
De beschikking wordt gegeven binnen 13 weken na dagtekening van het boeterapport, bedoeld in artikel 10:3.
4
Indien de in het tweede lid, onderdeel d, bedoelde persoon die de inhoud van de beschikking wegens zijn gebrekkige kennis van de Nederlandse taal onvoldoende begrijpt, zorgt de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, er zoveel mogelijk voor dat de in die beschikking vermelde informatie aan hem wordt medegedeeld in een voor hem begrijpelijke taal.
Vervaltermijn

Artikel 10 9
1
De bevoegdheid om een boete op te leggen vervalt na verloop van 2 jaren na de dag waarop het beboetbare feit is geconstateerd.
2
De beslissing om een boete op te leggen stuit de in het eerste lid bedoelde termijn.
10.4
Aanmaning en invordering
Betaling van de boete

Artikel 10 12
1
Bij gebreke van betaling vordert de op grond van artikel 10:5 aangewezen ambtenaar van degene aan wie de boete is opgelegd de verschuldigde boete, verhoogd met de op de aanmaning en invordering betrekking hebbende kosten, bij dwangbevel in.
2
Het dwangbevel wordt op kosten van de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de boete is opgelegd bij deurwaardersexploit betekend en levert een executoriale titel op in de zin van Boek 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
3
Gedurende 6 weken na de dag van betekening van het dwangbevel staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van de Staat.
Aanmaning

Artikel 10 12
1
Bij gebreke van betaling vordert de op grond van artikel 10:5 aangewezen ambtenaar van degene aan wie de boete is opgelegd de verschuldigde boete, verhoogd met de op de aanmaning en invordering betrekking hebbende kosten, bij dwangbevel in.
2
Het dwangbevel wordt op kosten van de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de boete is opgelegd bij deurwaardersexploit betekend en levert een executoriale titel op in de zin van Boek 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Dwangbevel

Artikel 10 12
1
Bij gebreke van betaling vordert de op grond van artikel 10:5 aangewezen ambtenaar van degene aan wie de boete is opgelegd de verschuldigde boete, verhoogd met de op de aanmaning en invordering betrekking hebbende kosten, bij dwangbevel in.
2
Het dwangbevel wordt op kosten van de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de boete is opgelegd bij deurwaardersexploit betekend en levert een executoriale titel op in de zin van Boek 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
3
Gedurende 6 weken na de dag van betekening van het dwangbevel staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van de Staat.
4
Het verzet kan niet worden gegrond op de stelling dat de beschikking, bedoeld in artikel 10:10, niet is ontvangen of dat de bij die beschikking opgelegde boete ten onrechte of op een te hoge geldsom is vastgesteld.
5
Het verzet schorst de tenuitvoerlegging niet, tenzij de voorzieningenrechter desgevraagd anders beslist.
10.5
Terugbetaling

Artikel 10 13
Indien een boete ten onrechte is opgelegd, wordt de betaalde geldsom, vermeerderd met de wettelijke rente, binnen 6 weken nadat is vastgesteld dat de boete ten onrechte is opgelegd, aan de rechthebbende terugbetaald.
10.6
Bijzondere voorschriften voor bestuurders van motorrijtuigen zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland
Begrippen

Artikel 10 18
1
Een boete wordt opgelegd bij beschikking van de in artikel 8:1, eerste lid, en in artikel 8:1, tweede lid, ten aanzien van de in artikel 5:12, tweede lid, onderdeel a, ten aanzien van arbeid verricht in of op motorrijtuigen, bedoelde toezichthouder.
a
Verordening (EEG) nr. 3820/85: Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad van de Europese gemeenschappen van 20 december 1985 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEG L 370);
b
voertuig: een motorrijtuig en een trekker;
c
kenteken: het kenteken waaronder een voertuig in het buitenland is geregistreerd.
2
In de beschikking wordt in ieder geval vermeld:
Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 10 18
In afwijking van de paragrafen 10.2 tot en met 10.4, met uitzondering van de artikelen 10:7 eerste en derde lid, en 10:9, kan deze paragraaf worden toegepast indien het beboetbare feit heeft plaatsgevonden met of door middel van een voertuig waarvan aannemelijk is dat de houder van het kenteken geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft of dat de bestuurder van een voertuig in Nederland geen bekende woon- of verblijfplaats heeft.

Artikel 10 18
1
Een boete wordt opgelegd bij beschikking van de in artikel 8:1, eerste lid, en in artikel 8:1, tweede lid, ten aanzien van de in artikel 5:12, tweede lid, onderdeel a, ten aanzien van arbeid verricht in of op motorrijtuigen, bedoelde toezichthouder.
2
In de beschikking wordt in ieder geval vermeld:
a
de naam van degene die het beboetbare feit heeft gepleegd;
b
de aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop het beboetbare feit is begaan;
c
het beboetbare feit ter zake waarvan de boete opgelegd wordt;
d
de hoogte van de boete;
e
het officiële nummer waaronder het betreffende voertuig is geregistreerd;
f
de houder van het kenteken.
Betaling van de boete

Artikel 10 18
De in artikel 10:16 bedoelde toezichthouders kunnen vorderen dat de boete terstond wordt voldaan.
Voorlopige maatregelen

Artikel 10 18
De in artikel 10:16 bedoelde toezichthouders zijn bevoegd bij wijze van voorlopige maatregel het voertuig naar een door hen aangewezen plaats te doen overbrengen en in bewaring te stellen, dan wel aan het voertuig een mechanisch hulpmiddel te doen aanbrengen, waardoor verhinderd wordt dat het voertuig wordt weggereden. Zij kunnen vorderen dat, alvorens het voertuig aan de bestuurder wordt teruggegeven, naast de kosten van overbrenging en bewaring eveneens de boete zal worden voldaan.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •