Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Binnenschepenwet

 

Artikel 17
1
Het vaarbewijs is niet vereist:
a
indien het een schip betreft in beheer bij de Koninklijke Marine, of een ander schip in beheer bij het Ministerie van Defensie, voor zover het behoort tot de organieke uitrusting van het legerkorps, of indien het een schip betreft in gebruik bij enige bondgenootschappelijke krijgsmacht;
b
indien het schip bestemd is tot het redden van drenkelingen;
c
indien het schip bestemd is om louter door spierkracht te worden voortbewogen;
d
indien het schip wordt gebruikt voor grind- of zandwinning in den natte en zich bevindt in een grind- of zandgat;
e
indien het schip uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor de vaart ter zee en de schipper is voorzien van een bewijs van bekwaamheid voor de zeevaart, afgegeven door een bevoegde autoriteit in Nederland of in het buitenland;
f
indien de schipper is voorzien van een groot patent als bedoeld in artikel 1.05 van het Patentreglement Rijn, dan wel van een krachtens artikel 4.01 van dat reglement geldig Rijnschipperspatent of groot patent;
g
indien de schipper is voorzien van een bewijs van bekwaamheid voor de binnenvaart, dat is afgegeven door een bevoegde autoriteit in het buitenland en voor zover dat bij internationale regeling dan wel door Onze Minister is erkend voor de daarbij aan te geven categorie schepen;
h
indien het een schip betreft dat behoort tot een door Onze Minister aangewezen categorie schepen, de schipper is voorzien van een door Onze Minister aangewezen bewijs van bekwaamheid dat is erkend ingevolge onderdeel g, en de schipper of een ander lid van de dekbemanning is voorzien van een door Onze Minister aangewezen aanvullend bewijs van bekwaamheid voor de binnenvaart, dat is afgegeven door een bevoegde autoriteit in het buitenland.
2
Onze Minister kan met betrekking tot bepaalde categorieën van schippers vrijstelling verlenen van de in artikel 16 bedoelde verplichting, zo nodig onder het geven van voorschriften, indien de veilige vaart met het schip op binnenwateren voldoende gewaarborgd is. De schipper draagt zorg voor de naleving van de voorschriften.
3
Onze Minister kan ontheffing verlenen van de in artikel 16 bedoelde verplichting, indien naar zijn oordeel de veilige vaart met het schip op binnenwateren voldoende gewaarborgd is. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. De schipper draagt zorg voor de naleving van de voorschriften en de beperkingen.
4
Onze Minister kan een krachtens het derde lid verleende ontheffing intrekken, indien de aldaar bedoelde voorschriften en beperkingen niet worden nageleefd.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •