Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Diergeneesmiddelenwet

 

Artikel 6
1
Registratie wordt verleend voor een tijdvak van 5 jaar.
2
Telkenmale wanneer daartoe door de registratiehouder een aanvraag op de krachtens artikel 3, tweede lid, voorgeschreven wijze wordt ingediend, wordt de registratie voor een tijdvak van 5 jaar verlengd.
3
Bij de registratie kunnen voorschriften worden gegeven omtrent:
a
de doeleinden waarvoor, de doseringen waarin, de wijze waarop en de technische hulpmiddelen waarmee het diergeneesmiddel uitsluitend dan wel niet mag worden gebruikt;
b
de in acht te nemen veiligheidsmaatregelen;
c
de in acht te nemen wachttermijnen;
d
de aanwezigheid in het diergeneesmiddel van een stof, waardoor kan worden onderkend dat het middel bij een dier is toegepast of aan diervoeder is toegevoegd;
e
de verpakking en de aanduidingen en vermeldingen op, aan of bij de verpakking van het diergeneesmiddel.
4
Indien bij de registratie wordt bepaald, dat een diergeneesmiddel mag worden gebruikt voor de bereiding van een gemedicineerd voeder, kunnen de in het derde lid bedoelde voorschriften tevens worden gegeven met betrekking tot dat voeder.
5
De in het derde lid bedoelde voorschriften kunnen worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken.
6
In uitzonderlijke omstandigheden kan, na overleg met de registratiehouder, op objectieve en controleerbare gronden aan een registratie, dan wel wijziging of verlenging van een registratie een jaarlijkse herziening of een specifieke verplichting, zoals aanvullend onderzoek na het verlenen van registratie of rapportage over bijwerkingen, worden verbonden.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •