Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Distributiewet

 

Artikel 15
1
De burgemeesters treffen de maatregelen, noodig om de juiste uitvoering van de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften te verzekeren.
2
In het belang van een goede distributie geven zij algemeen verbindende voorschriften. Deze worden na vaststelling terstond aan Onzen Minister medegedeeld.
3
De voorschriften worden afgekondigd op de wijze, bepaald voor gemeentelijke strafverordeningen; zij treden, voor zoover zij zelf niet een later tijdstip aanwijzen, in werking met ingang van den dag na dien der afkondiging.
4
Indien de burgemeester nalatig blijft aan het bepaalde in de vorige leden uitvoering te geven, of wel - in geval Onze Minister aanvulling, wijziging of intrekking van gegeven voorschriften gewenscht acht - zoodanige aanvulling, wijziging of intrekking, ondanks daartoe strekkende aanmaning, binnen een te stellen termijn van tenminste vier en twintig uur niet tot stand brengt, geschiedt de vaststelling van de noodige voorschriften door dien Minister; zoodanige voorschriften worden geacht van den burgemeester afkomstig te zijn. De afkondiging geschiedt terstond nadat het besluit door den burgemeester is ontvangen. De voorschriften treden in werking met ingang van den dag na dien der afkondiging, tenzij door Onzen Minister een ander tijdstip is bepaald.
5
In het geval, bedoeld in lid 3 onder a van artikel 11, worden de in lid 1 bedoelde maatregelen getroffen en de in lid 2 bedoelde voorschriften gegeven door het orgaan of de organen, bij de in artikel 12 bedoelde gemeenschappelijke regeling daartoe aangewezen. Deze worden alsdan voor de toepassing van lid 4 gelijkgesteld met den burgemeester.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •